Werken met psychische gezondheidsklachten?

Door allerlei ontwikkelingen in de laatste decennia is werk erg ingewikkeld geworden. De introductie van computertechnologie speelt daarbij een rol, maar ook het feit dat onze samenleving is veranderd van een industriële economie in een ‘diensten economie’ draagt daar aan bij.

Tegenwoordig draait het om de productie van diensten en moet er in zelfsturende teams worden gewerkt. Dat vraagt geheel andere vaardigheden dan vroeger; mensen moeten goed kunnen communiceren en samenwerken (sociale vaardigheden), en daarnaast hun werk goed kunnen plannen. Al deze eisen komen bovenop de vakinhoudelijke kennis.

Efficiënte bedrijfsvoering

Daarnaast is door diverse ‘managementtechnieken’, gericht op efficiëntere bedrijfsvoering, het werk veel intensiever geworden. De eisen die het werk stelt, zijn in de loop van de tijd veranderd. Ze zijn vooral cognitief van aard, maar liggen vooral ook erg hoog.

Dit wordt bevestigd door cijfers van Eurofound (Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden) in Dublin. Deze organisatie van de EU doet regelmatig onderzoek naar werk- en leefomstandigheden. Al vele jaren achtereen laten zij zien dat klachten over werkdruk en werkintensiteit toenemen.

Hoge werkdruk

In diverse sectoren van de economie wordt een hoge werkdruk gevoeld. Werken is ‘topsport’ geworden waar alleen de meest fitte mensen kunnen meekomen.

Werken is topsport, alleen fitte mensen kunnen meekomen

Het gevolg is dat veel mensen problemen hebben om aan de gestelde eisen te voldoen, waardoor er veel psychische gezondheidsklachten worden gerapporteerd, zoals stress, burn-out en daarmee samenhangende problematiek.

En het zijn niet de oudere werknemers waar de problemen samenkomen, we zien vooral ook veel mensen in de leeftijdscategorie rond de 35 jaar met dergelijke problemen. Naast de hoge werkeisen, heeft deze groep ook te maken met de ‘spits’ van het gezinsleven: jonge kinderen combineren met een baan.

Volgens de World Health Organization heeft een op de vijf werkenden (20 procent) last van psychische problemen zoals stress, burn-out, depressieve gevoelens en angststoornissen. Dit hoeft niet altijd tot verzuim te leiden, maar leidt meestal wel tot verminderde productiviteit. Volgens de OECD bedragen de kosten hiervan 3,5 – 4,5 procent van het bruto binnenlands product (bbp, zie http://www.oecd.org/els/mental-health-and-work-9789264124523-en.htm).

De WHO voorspelde enige jaren geleden dat psychische problemen rond 2020 de belangrijkste oorzaak zouden zijn voor arbeidsongeschiktheid. In Nederland hebben we dat punt nú al bereikt en vormen psychische problemen een flink probleem die nu al de meest voorkomende reden zijn voor arbeidsongeschiktheid.

Verzuim een medisch probleem?

Op dit moment wordt verzuim wegens ziekte – ook psychische klachten – vooral gezien als een medisch probleem. Via de arbodienst komt vervolgens de bedrijfsarts in beeld.

Het is de vraag of bedrijfsartsen hulp kunnen bieden bij psychische problematiek

Het is echter de vraag of (bedrijfs)artsen wel voldoende zijn toegerust om hulp te bieden bij psychische problematiek.

Artsen zijn opgeleid en getraind aan de hand van het ‘medische model’. Dit model is er op gericht om met behulp van een interventie de patiënt te ‘genezen’. Maar dat werkt niet als de problemen vooral psychisch van aard zijn.

Psychische problematiek laat zich niet verhelpen door een pil voor te schrijven, of een verbandje aan te leggen. Ook de Richtlijn voor “Handelen van de bedrijfsarts bij werkenden met psychische problemen” van de NVAB helpt hier niet echt bij, alhoewel hier voor de bedrijfsarts wel een ‘begeleidende rol’ wordt onderkend.

Recent onderzoek toont aan dat trainingen in het gebruik van deze richtlijn weliswaar de bekendheid met de richtlijn wel hebben verbeterd, maar dat dit geen invloed heeft gehad op het ziekteverzuim.

Psychische problematiek is van geheel andere orde. Hier past het ‘medische model’ niet. Mensen met psychische problemen moeten vooral geleerd worden om met hun klachten en problemen of beperkingen om te kunnen gaan: dus het ontwikkelen van ‘coping strategieën’. Dit kan als het ‘psychologische model’ worden aangeduid en geplaatst naast het ‘medische model’.

Thuiszitten bevordert het herstelproces niet

Dat betekent vooral zoeken naar wegen om verder te kunnen en kan inhouden dat er aanpassingen in het werk plaatsvinden – of andere werkzaamheden – of aanpassingen aan de persoon zoals opleiding, training of coaching.

 

Maar vooral een bezinning op hoe men weer aan het werk kan en liefst zo snel mogelijk. Thuiszitten is geen goede optie, dat bevordert het herstelproces niet.

Vervolgens is er kennis nodig om werknemers de adequate oplossingen te helpen bieden, zodat zij de problemen het hoofd leren bieden en een manier vinden om er mee om te gaan. Zoals ik al eerder schreef: ‘coping strategieën’ ontwikkelen. Daar zal de begeleiding en ondersteuning van de persoon op gericht moeten zijn. Dit vraagt specifieke therapeutische en coachingsvaardigheden.

Werken volgens het medische model

Het probleem zit kennelijk iets dieper: het probleem zou wel eens gelegen kunnen zijn in de wijze waarop artsen worden getraind en geleerd om het ‘medische model’ te hanteren. Adequaat hulp kunnen bieden bij psychische problematiek vraagt om gedegen kennis van de achterliggende oorzaken en problemen die momenteel in de moderne werkomgeving spelen.

De veranderingen in het domein van werk hebben tot een veranderde gezondheidsproblematiek geleid. Dat vraagt ook om de bijbehorende expertise om deze problematiek aan te pakken.

Gezien de bovenstaande ontwikkelingen is het de vraag of hier medische expertise nodig is. Het ligt veel meer voor de hand om de samenwerking tussen bedrijfsartsen en arbeids- & organisatiepsychologen te stimuleren voor de juiste mix van kennis en kunde.

Werk vormt sleutel tot participatie

Werk is voor mensen heel erg belangrijk; het vormt de sleutel tot participatie in de samenleving. Werk heeft grote betekenis voor de geestelijke gezondheid van mensen. Het feit dat je ’s ochtends weet waarvoor je uit je bed moet komen en dat er mensen op je rekenen, draagt bij aan het gevoel dat het leven zin heeft en dat je er toe doet.

Psychische problemen zijn vaak nog een taboe in onze samenleving

Psychische problemen zijn veelal nog een taboe-onderwerp in onze samenleving. Vaak denkt men nog dat het een teken van zwakte is als je getroffen wordt door psychische problemen.

Het is belangrijk dat we dergelijke taboes gaan doorbreken en dat mensen met psychische problemen niet worden gestigmatiseerd. De stichting Samen Sterk zonder Stigma werkt daar aan.

Ook je eigen inkomen verdienen draagt bij aan het gevoel van eigenwaarde dat zo belangrijk is voor mensen. Dat zijn allemaal zaken die te maken hebben met de geestelijke gezondheid van mensen. Laten we dan ook zorgen dat de geestelijke gezondheid op peil blijft door de juiste begeleiding en zorg te bieden.

Deel dit artikel