Techno-stress
Het Nieuwe Werken, HRM, Psychosociale arbeidsbelasting, Verslaving en werk, Artikel, organisatieontwikkeling, verslaving

Techno-verslaving, high anxiety, techno-invasion, vervagende scheiding tussen werk en privé door permanent online te zijn…
Enkele nieuwe kreten die in één adem worden genoemd in relatie tot Het Nieuwe Werken. UvA onderzoeker Jan Popma voerde in opdracht van FNV een onderzoek uit naar ‘moderne’ bedreigingen voor de gezondheid.
In december 2012 presenteerde FNV het rapport “Techno-stress, Verkenning van een risico in opkomst” van J. Popma.
De hoofdvraag waar Popma mee aan de slag ging was: wat is er uit de wetenschappelijke literatuur bekend over de gezondheidseffecten van nieuwe technologieën en de daarmee samenhangende eisen, die met name aan de bereikbaarheid van werknemers worden gesteld?
Zes gezondheidsrisico’s
Het Nieuwe Werken is in opmars en deze ontwikkeling zal naar verwachting verder doorzetten. Via p.c.’s, laptops, smartphones en tablets hebben thuiswerkers tegenwoordig gemakkelijk verbinding met hun werkbasis.
Popma doet literatuuronderzoek naar de mogelijke gezondheidsrisico’s van Het Nieuwe Werken in combinatie met de nieuwe technologie. Hij bespreekt zes gezondheidsrisico’s: RSI, techno-stress, techno-verslaving, scheiding tussen privé en werk, oververmoeidheid, en veiligheid en productiviteit. Ik loop enkele van deze punten kort langs.
Overload
Een zorgwekkend neveneffect van intensief gebruik van smartphones en tablets lijkt de ervaring van techno-stress. Er is nog weinig over bekend.
Eerder al is techno-stress omschreven als “negatief effect op de attitude, gedachten, gedrag of lichamelijke fysiologie dat direct of indirect veroorzaakt wordt door technologie”. Denk aan acute stress bij ICT-storingen en information overload en problemen door permanent connectivity.
Later is het concept techno-stress anders uitgewerkt, waarbij in verband met psychosociale arbeidsbelasting vooral techno-overload en techno-invasion van belang zijn. De term “overload” verwijst naar het gegeven dat werkende mensen overspoeld worden door informatie en niet meer kunnen schiften wat betekenisvol is en wat niet.
Zware gebruikers
Techno-verslaving gaat over dwangmatig gebruik van de nieuwe technologie. Serieus onderzoek naar dit fenomeen is nog schaars, maar een recent onderzoek uit 2011 heeft aangetoond dat behoorlijk wat mensen hun smartphone meer dan tien keer per uur checken gedurende de tijd dat zij niet aan het werk zijn.
Nog een onderzoeksresultaat dat Popma niet aanhaalt: in het Ipass 2011 4e kwartaal rapport wordt ook aangegeven dat ‘zware gebruikers’ minder slapen, meer vermoeid zijn en weinig aan lichaamsbeweging doen.
Privétijd en oververmoeidheid
Een volgend punt uit Popma’s rapport is dat thuiswerk ertoe kan leiden dat de scheiding tussen werk en privé vervaagt ten koste van de privétijd. Dat speelt natuurlijk bij Het Nieuwe Werken.
Weliswaar heeft de ‘wired’ werknemer de wereld binnen handbereik, dit kan leiden tot een onwenselijke vorm van techno-invasion waarbij het steeds lastiger wordt om die wereld buiten de deur te houden.
Een mooie innovatie verwordt tot een bron van psychosociale arbeidsbelasting. In dit verband spreekt men ook van “high tech anxiety”.
Oververmoeidheid is ook een volgend thema uit het rapport. Mensen nemen hun smartphone mee naar de slaapkamer en worden wakker van inkomende berichten en gaan kijken wat het is. Slaap wordt onderbroken, er is weinig tot geen ontspanning meer.
Anekdotische kennis
Het werk van Popma is een goede stap om een nieuw fenomeen onder de loep te nemen. Het gaat mijns inziens niet zozeer om de conclusies uit het rapport. Ik noem er één: werkgevers en werknemers zouden via de OR afspraken moeten maken over bereikbaarheid en dat soort zaken. Het rapport was in opdracht van de vakbond, dus zo’n conclusie is geen verrassing.
Belangrijker is dat het rapport laat zien dat we eigenlijk nog maar heel weinig weten en dat kennis over techno-stress en aanverwante thema’s meer anekdotisch is dan gebaseerd op goed onderzoek.
Popma geeft aan dat uitgevoerd onderzoek tamelijk beperkt is: het gaat veelal om kleine onderzoekspopulaties, het is methodologisch soms matig van opzet en slechts zelden is uitgewerkt wat precies onder “stress” wordt verstaan. Met andere woorden, onderbouwing van techno-stress is fragmentarisch en vaak anekdotisch.
Positieve en negatieve invloed
We kunnen allemaal dagelijks de invloed zien van altijd online zijn. Die invloed kan positief zijn: gebruiksgemak, parkeren en betalen met je smartphone, gemak in het werk (onderweg mail bijwerken). En negatief: tijdens het eten nog online, tijdens vergaderingen en trainingen online.
Maar hier komen al waardeoordelen om de hoek kijken: waarom is twitteren onder het eten eigenlijk negatief? Politici luisteren niet naar debatten maar twitteren of mailen (lees hier de hoe politicus Harry van Bommel last heeft van Technostress).
Studeren zonder internet is ondenkbaar en anderzijds helpt een uitnodiging op Facebook om goed de beest uit te hangen in Haren.
Er was ophef over de Second Life verslaving en dat is weer weggeëbd. Vervlakken menselijke contacten tot 140 karakters twittercontact? En is dat erg? Het is kennelijk wat mensen willen, zij vinden het efficiënt, makkelijk, of veilig.
Hartbewaking
Nu zijn er eerder in de geschiedenis technologische vernieuwingen geweest die veel invloed hebben gehad op werk en privé. De televisie, de mobiele telefoon, ga zo maar door. De discussie dat de techniek ons leven overneemt, is niet nieuw. Met de televisie en de telefoon werden we verbonden met de wereld en werd de hoeveelheid informatie die we ter beschikking hadden ook substantieel groter.
De man die een online apparaatje heeft dat het hart in de gaten houdt en de dokter een seintje geeft voordat het fout gaat, is blij met techniek die een deel van zijn leven overneemt.
Generatieding
Is nu altijd online zijn een verandering die grote gevolgen heeft? Of is het gewoon een kwestie van wennen en gaan mensen na een tijd een balans vinden in het online zijn en persoonlijke contacten zoeken?
Hebben mensen de ervaring nodig dat techno-verslaving een echte verslaving is en dat na een crisis hiervan afgekickt kan worden? Er zijn al veel mensen die Facebook en Twitter de rug toekeren omdat zij het te oppervlakkig of verstorend vinden.
Jonge mensen die niet beter weten, snappen de hele discussie niet. Misschien vinden zij wel een natuurlijke balans, is het een ‘generatieding’. Heel veel berichten in de puber- en tienertijd en slimmer gebruik van smartphone (functioneel, sociaal) na de tienertijd. We weten het nog niet!
Wie is verantwoordelijk?
We gaan even terug naar de vraag over gebruik van nieuwe technologie en de rol van de werkgever bij bijvoorbeeld Het Nieuwe Werken.
Het is de moeite waard om kort te verkennen in de organisatie in hoeverre zaken als techno-stress en oververmoeidheid voorkomen. Het gaat om naar mijn idee om twee vragen:
- hebben werkende mensen de vaardigheid/discipline om zelf grenzen te trekken en niet obsessief online te zijn? (Dat wil zeggen, dat het de gezondheid schaadt).
- Hebben organisaties oog voor het online werk van hun mensen, vragen zij naar hun werkdruk?
Op de eerste vraag zal snel het antwoord zijn, dat dit een verantwoordelijkheid is van de mensen zelf. Dat mag zo zijn, maar een organisatie (en de werknemer zelf) heeft er last van als techno-stress en oververmoeidheid leiden tot minder productie, kwaliteit van werk of veiligheidsrisico’s.
Bij Volkswagen heeft de leiding afspraken gemaakt met haar werknemers: geen berichten meer na een bepaalde tijd na en voor het werk. Hier een kort BBC artikel en reacties daarop. We zien dat de meningen sterk verschillen: de een voelt stress en druk om steeds bezig te zijn. Een ander gaat er gemakkelijk mee om, en sommige mensen doen niet mee, kopen geen smartphone en twitteren niet en kunnen toch (of juist) productief en tevreden zijn.
Techno-stress is een aansprekend thema. Maar er is geen serieus onderzoek over en de meningen en ervaringen verschillen sterk. Heel veel kunnen we nog niet met techno-stress. Wat wel nuttig lijkt, is informatie geven over obsessief online gedrag en het thema van techno-stress bespreekbaar maken.
Een kortere versie van dit artikel verscheen als column op www.managementsite.nl (24 januari 2013).