Onderzoek arbodienstverlening 2013 – deel 2

Onderzoek arbodienstverlening 2013 – deel 2

23 juli 2013
Bedrijfsarts

In het vorige deel hebben wij de eerste resultaten van het jaarlijkse onderzoek naar arbodienstverlening al met jou gedeeld. De belangrijkste onderwerpen waren maatwerk, transparantie, de verlengde arm en schadelast- beperking. In dit deel 2 flinke nadruk op de privacy van medische en persoonsgegevens.

Dit artikel verscheen eerder op BG magazine

 Wie staan er op de loonlijst?
Veruit de meest genoemde professional op de loonlijst van de arbodienstverlener is de casemanager, gevolgd door de WIA-regisseur, de arbeidsdeskundige, de A&O-deskundige, de bedrijfsarts en de coach. Dat de WIA-regisseur zo vaak wordt genoemd verbaast ons. De ‘WIA-omzet’ bedraagt 6,07 procent en vrijwel alle contracten gaan over de eerste 104 weken van verzuim. Dus wat doet de WIA-regisseur dan precies? In opkomst is de Register-Casemanager, die met een stijging van 8 procent inmiddels al bij 52 procent van de aanbieders op de loonlijst staat.

Visie op bedrijfsgezondheid of verzuimretoriek?
Onze vraag naar de visie op bedrijfsgezondheid leidt tot een breed beeld. We zien nog steeds verzuimretoriek langskomen, zoals “verzuim is een keuze” of “gezondheid en vitaliteit staan voorop”. Aan jou als klant om serieus door te vragen en deze ballonnen waar nodig door te prikken.

Een aantal aanbieders kiest voor de nuchtere oplossing vanuit de wettelijke kaders, of juist vanuit het perspectief van goed werkgeverschap.

Wat opvalt is dat de arbodienstverleners aangeven dat de regie over de gezondheid en herstel in toenemende mate bij de werknemer wordt neergelegd. De medewerker zelf lijkt daarmee verantwoordelijk te worden voor zijn gezondheid, welbevinden, productiviteit, duurzame inzetbaarheid én zijn verzuim.

Dit is een logische ontwikkeling die past in het huidige tijdsbeeld. Arbodienstverleners passen zich hier dus op aan. Als werkgever wil je deze eigen verantwoordelijkheid graag faciliteren, maar tegelijk moet je op een of andere manier wel ‘in control’ zien te blijven, een uitdaging.

De behoefte van de werknemer overstijgt vooralsnog het aanbod ruimschoots, want volgens recent onderzoek, in opdracht van het ministerie van SZW, biedt slechts 20 procent van de werkgevers iets aan op dit vlak, terwijl 73 procent van de medewerkers aangeeft dit graag te willen.

Het huidige aanbod gaat overigens vaak niet verder dan een fietsplan, een werkplekonderzoek, aangepaste werktijden of een voucher voor de sportschool. Wat ons betreft een goed begin, maar niet echt wat wij verstaan onze duurzame inzetbaarheid anno 2013. Dit is dus een nog vrijwel maagdelijk, groen grasveld waar volop mogelijkheden liggen voor zowel organisaties als aanbieders.

Maar stel, dat het ondanks alle preventieve inzet van de medewerker onverhoopt toch nog misloopt, dan dien je als werkgever alsnog de touwtjes in handen te nemen. Je bent immers degene die de (forse) rekening betaalt.

Download de gratis inkoopgids arbodienstverlening

In deze handige inkoopgids vertellen we je alles wat we de de afgelopen 10 jaar hebben geleerd over het selecteren van de best passende arbodienst voor onze 21.462+ klanten. Leer van onze ervaring en weet welke vragen je moet stellen om nooit meer een verkeerde arbodienst te kiezen.

Arbodienst Inkoopgids

Privacy
Sinds Zembla heeft het onderwerp privacy absoluut een plek op de agenda gekregen: alle arbodienstverleners hebben nagedacht over het waarborgen van de privacy van medische en persoonsgegevens.

Maar er is nog geen uniforme methode om aantoonbaar CBP-proof te zijn. Dat blijkt maar weer eens in het CBP-onderzoek van juli 2013. Zowel een gecertificeerde arbodienst als een verzuimdienstverlener gingen in de fout met het verstrekken van medische gegevens aan de werkgever.

Dat elke arbodienstverlener wel degelijk bewust bezig is met privacy blijkt uit de genoemde waarborgen: ISO 27001, interne en externe audits, kwaliteitshandboek, aanmelding bij CBP, privacyreglement, een gedegen verzuimsysteem, code of conduct, NEN 7510, geen namen maar dossiernummers, richtlijn arbodiensten (versie 7 of 8).

Een ander veelgebruikt argument is dat non-medici domweg geen inzage hebben in medische dossiers. Dit alles biedt natuurlijk nog geen garanties, de sleutel voor succes ligt bij de professionals én bij de klant.

Klant eist privacy?
Eén op de drie werkgevers eist van zijn arbodienstverlener expliciete waarborgen dat de privacygevoelige gegevens van medewerkers goed beveiligd zijn. Het besef bij klanten is er dus al wel, maar lang niet in voldoende mate vinden wij.

En dat terwijl de noodzaak zo langzamerhand toch echt tussen de oren zou moeten zitten. Want het afgelopen jaar blijkt steeds maar weer dat en masse medische informatie wordt gedeeld met personen of opgevraagd door instellingen die hier niets mee te maken hebben.
Daar komt nog bij dat veel systemen die medische informatie opslaan zoals Diagnostiek voor jou, en – zoals recent bekend werd – de zorginstellingen zelf zo lek als een mandje blijken te zijn.

Wij maken ons daar behoorlijk zorgen over en snappen niet dat werkgevers én werknemers zelf nog niet massaal aan de bel trekken. Voor arbodiensten ligt er wat ons betreft een taak om proactief te waarborgen dat alle medische en privacygevoelige informatie goed beschermd is in protocollen, de diverse systemen die zij gebruiken, maar zeker ook dat de gebruikers van deze systemen zich goed bewust zijn van de risico’s.

Verzekeraar over de schreef?
Uit de praktijk horen wij in toenemende mate signalen dat verzekeraars wel heel erg veel informatie over verzuimende en arbeidsongeschikte medewerkers opvragen. Het CBP omschrijft in haar handboek “De zieke werknemer en privacy heel expliciet wie wat en over welke informatie wanneer mag beschikken. Ook NVAB heeft samen met de OVAL de nodige richtlijnen en brochures uitgewerkt.

De verzekeraar lijkt deze grens dus op te willen rekken. Het lijkt ons een goede zaak dat arbodienstverleners hier hun verantwoordelijkheid in blijven nemen en zeer bewust omgaan met deze verzoeken. Inkomensverzekeraars lijken hun macht te misbruiken en het is zinvol als arbodienstverleners hier hun krachten gaan bundelen. Een schone taak voor de brancheorganisaties Oval en de Club van Maastricht.

Concurrentie
Op de vraag wie de arbodienstverleners als de belangrijkste concurrent zien, worden nog steeds de grote partijen als ArboVitale, Maetis, Arbo Unie en 365/ArboNed het meeste genoemd. Deze grote jongens lijken elk jaar een groter stuk marktaandeel kwijt te raken. Daarmee wordt de markt steeds meer versnipperd.

We zien ook dat regionale aanbieders met een meer persoonlijke benadering als concurrent worden gezien.

We constateren dat arbodiensten een steeds beter gevoel krijgen voor hun werkelijke positie in de markt en wie hun échte concurrenten zijn. Een echte verbetering ten opzichte van voorgaande jaren. In de nieuwe concepten – wij vonden ruim dertig nieuwe spelers – zien we twee hoofdstromen. Aan de ene kant zien we aanbieders die het woord “verzuim” of “arbo” centraal stellen in hun naam en propositie.

Aan de andere kant zien we aanbieders die vinden dat verzuim niet langer het probleem is van P&O of directie. Dit zie je terug in de namen van arbodienstverleners, zoals Beter, Blij, Goed, Helder en Perspectief. Zo maar wat namen waarin het woord “arbo” definitief is verdwenen en die vooral een belofte lijken in te houden.

Tot zover deel 2 van onze bevindingen. In het volgende deel gaan we deze beloften verder onder de loep nemen. Waar zitten nu de échte verschillen? Het wordt tijd om kleur te bekennen. Zowel de aanbieders als de klanten zullen keuzes moeten maken en wederzijdse verwachtingen moeten uitspreken. Want alleen als je als klant scherp voor ogen heeft wat jij daadwerkelijk nodig hebt, vind je de aanbieder die bij jou past.

Lees hier ook deel 1 van deze artikelenreeks:Verlengde armconstructie wint aan populariteit