Wie is er bang voor een second opinion?
Arbeidsdeskundig onderzoek, Arbo, Arbodienst, Arbowet, Arbozorg, Re-integratie, Artikel, basiscontract arbodienstverlening, deskundigenoordeel, jurisprudentie, privacy, second opinion, UWV, verzuimprotocol

Als u een arboprofessional bent, dan kent u het fenomeen van het deskundigenoordeel. Het deskundigenoordeel is er in vier smaken. Eén daarvan kan worden aangevraagd als werkgever en werknemer van mening verschillen over de vraag of de werknemer arbeidsongeschikt is voor zijn werk.
De gewijzigde Arbowet en het te wijzigen Arbeidsomstandighedenbesluit – het Arbobesluit – die per 1 juli as. in werking zullen treden, bevatten bepalingen over een nieuw recht van een werknemer: het recht op een second opinion bij een andere bedrijfsarts.
De second opinion heeft betrekking op een individueel advies van een bedrijfsarts over een werknemer, niet op een advies dat de hele organisatie betreft of een afdeling. In feite wordt de bedrijfsarts op gelijkere voet gesteld met zijn collega-artsen in de reguliere gezondheidszorg.
Inwilligen verzoek deskundigenoordeel
De hoofdregel is dat de bedrijfsarts een verzoek van een werknemer om een second opinion móet inwilligen. De voorlopige tekst van de aanvulling op het Arbobesluit met de regeling voor de second opinion bevat een kader om afspraken te maken over de procedure voor een verzoek om een second opinion. De regeling is te vinden op overheid.nl.
Ik beveel werkgevers van harte aan om de regeling uit te breiden en de afspraken op te schrijven, bijvoorbeeld in een protocol dat op de procedure van een second opinion van toepassing is. Dat biedt op de eerste plaats houvast voor alle betrokkenen: werknemer, werkgever en bedrijfsarts/arbodienst.
Een protocol is bovendien nuttig als de bedrijfsarts het verzoek van de werknemer afwijst, bijvoorbeeld als hij vindt dat er geen enkele reden is voor een second opinion en de werknemer bijvoorbeeld met het indienen van een gewone of tuchtklacht alsnog een deskundigenoordeel wil afdwingen. De klacht kan dan beoordeeld worden aan de hand van het protocol.
De conceptregeling voor de second opinion had het ministerie beschikbaar gesteld voor een internetconsultatie. Op dit moment vindt er een inventarisatie plaats van de feedback.
Inhoud van de second opinion
Maar wat is nu eigenlijk het wezenlijke verschil tussen een deskundigenoordeel en de second opinion?
De minister heeft in de wetsgeschiedenis uitgelegd hoe de second opinion zich tot het deskundigenoordeel verhoudt. In de memorie van toelichting heeft Asscher de afbakening tussen second opinion en deskundigenoordeel zo uitgelegd:
Het deskundigenoordeel dat het UWV desgevraagd geeft – en dat in het verleden ook wel second opinion werd genoemd – beoogt het re-integratieproces vlot te trekken als dat stagneert tijdens de eerste twee ziektejaren.
Op verzoek van werknemer of werkgever geeft het UWV een deskundigenoordeel als werkgever en werknemer een verschil van inzicht hebben over de arbeidsgeschiktheid van de werknemer, over de aanwezigheid van passende arbeid in het bedrijf van de werkgever of over de re-integratie-inspanningen van werkgever of werknemer. Dit oordeel heeft een verzekeringstechnisch karakter en wordt doorgaans niet uitgevoerd door een bedrijfsarts. Het deskundigenoordeel van het UWV heeft geen opschortende werking. Bij de onderhavige second opinion door de bedrijfsarts geldt dit ook als uitgangspunt, maar kunnen partijen anders regelen. Anders dan het deskundigenoordeel van het UWV, kan de onderhavige second opinion alleen gevraagd worden op initiatief van de werknemer en uitsluitend worden verricht door een andere bedrijfsarts. De second opinion zal doorgaans in een vroeg stadium van het verzuim plaatsvinden en gericht zijn op arbeidsgeneeskundige vragen.
In de nota naar aanleiding van het verslag komt het thema opnieuw aan de orde:
De second opinion biedt de mogelijkheid een breder palet aan vragen voor te leggen. Het wordt doorgaans aangevraagd als er onduidelijkheden blijven bestaan over klachten, vragen en oorzaken van gezondheidsproblemen in relatie tot het werk. Het betreft hier arbeidsgeneeskundige vragen. Er is daarom geen sprake van overlap.
Voorbeelden van situaties waarin de werknemer een second opinion kan aanvragen – de werkgever krijgt dat recht niet – heeft Asscher in de toelichting bij de conceptregeling genoemd. Het gaat hier om adviezen van de bedrijfsarts in het kader van:
- de verzuimbegeleiding: een werknemer kan bijvoorbeeld aangeven dat hij twijfelt aan het advies van de bedrijfsarts over welke werkzaamheden hij op dat moment nog kan verrichten;
- een uitgevoerd arbeidsgezondheidskundig onderzoek:
een werknemer kan bijvoorbeeld twijfels hebben bij het advies dat een bedrijfsarts naar aanleiding van een uitgevoerd arbeidsgezondheidskundig onderzoek heeft opgesteld; - de consultatie met betrekking tot gezondheidskundige vraagstukken in verband met de arbeid: een werknemer kan bijvoorbeeld twijfels hebben over het advies van een bedrijfsarts indien er een vermoeden is van een beroepsziekte. Het moet dan mogelijk zijn een second opinion te krijgen van een andere bedrijfsarts.
Minimumeisen basiscontract
In de overeenkomst tussen werkgever en arbodienst moet de mogelijkheid van een second opinion expliciet worden opgenomen. Die verplichting gaat tot de minimumeisen van het basiscontract horen.
Een eenvoudige vermelding van het bestaan van de mogelijkheid om een second opinion te vragen, volstaat volgens mij niet. De wetgever gaat er vanuit dat aspecten van professionaliteit, waartoe de mogelijkheid van een second opinion behoort, thuishoren in het basiscontract.
En daar is wat voor te zeggen: de procedure bij een second opinion moet vooraf duidelijk zijn. Bovendien beschikt de werkgever over keuzemogelijkheden die hij met zijn bedrijfsarts of arbodienst van tevoren wil afstemmen. Zo weet de bedrijfsarts, die een verzoek om een second opinion ontvangt, wat de werkgever wil en kan hij de werknemer goed informeren.
Bovendien kan het voor de OR/PvT een argument opleveren om in te stemmen met de basisovereenkomst. Een goed protocol zal namelijk een balans laten zien tussen de rechten van de werkgever en die van de werknemer.
Er valt op de derde plaats wat te kiezen: een second opinion schort het advies van de eerste bedrijfsarts niet op, maar dat kan in een overeenkomst anders worden geregeld. Wil de werknemer een andere bedrijfsarts raadplegen, waarmee de werkgever geen contract heeft afgesloten, dan draagt de werknemer de kosten van een second opinion zelf. Maar ook hier kan men in een overeenkomst of protocol iets anders afspreken.
Vastlegging afspraken
Wanneer de afspraken in een contract staan tussen werkgever en arbodienst, mag je aannemen dat in dat contract iets staat over de second opinion.
Afhankelijk van de situatie van de werkgever kunnen dergelijke afspraken ook ergens anders staan. Onafhankelijk van de vraag of de werkgever voor een maatwerk- of vangnetregeling heeft gekozen, kan de cao bepalingen bevatten die op de second opinion van toepassing zijn. Beschikt de organisatie van de werkgever over een ondernemingsraad, dan kan hij met de OR afspraken maken in een zogenaamde ondernemingsovereenkomst.
Heeft de werkgever een ziekteverzuimpolis afgesloten met een verzekeraar, dan hoeft de werkgever na 1 juli 2017 niet ook nog eens een contract met een arbodienst af te sluiten. De afspraken die de verzekeraar namens de werkgever met de arbodienst heeft gemaakt, moeten dan natuurlijk ook aan de wettelijke minimumnormen voldoen en dus moeten die afspraken ook betrekking hebben op de second opinion.
De werkgever kan misschien nog overzien waar hij alle afspraken kan terugvinden. De werknemer lukt dat alleen als de werkgever hem voldoende heeft geïnformeerd. De Arbowet bevat daartoe in artikel 8 een verplichting tot voorlichting. Denkbaar is dat de werkgever zijn ziekteverzuimprotocol of het personeelsreglement uitbreidt en de regeling over een second opinion daarin opneemt.
Privacy
Zoals altijd spelen op dit vlak privacyaspecten een rol. De bedrijfsarts én de bedrijfsarts die de second opinion afgeeft, zullen relevante informatie uitwisselen en bewaren.
De praktijk zal waarschijnlijk gaan uitwijzen, dat de second opinion-arts in voorkomende gevallen toegang krijgt tot relevante documenten uit het digitale medische dossier dat de bedrijfsarts al heeft aangelegd. Dan komt het er op aan dat de bedrijfsarts zijn medisch dossier volgens de daarvoor geldende regels heeft ingedeeld.
Die indeling vereist in ieder geval een scheiding tussen:
- de gegevens die de bedrijfsarts van een werknemer heeft verzameld die vrijwillig zijn advies heeft ingeroepen;
- de gegevens die de bedrijfsarts van een werknemer heeft verzameld die verplicht werd zich onder de begeleiding van de bedrijfsarts te stellen.
Op de gegevens van de eerste categorie is namelijk de WGBO volledig van toepassing. Dit vereist dat uitwisseling van gegevens alleen mogelijk is met instemming van de werknemer. De ontwikkelaars van verzuimsystemen zullen in hun applicaties waarschijnlijk aanpassingen moeten doorvoeren.
Soepele afwikkeling second opinion
De tekst van de voorgestelde wijziging van het Arbobesluit zwijgt over deze aspecten. Het is aan de markt om ermee aan de slag te gaan. Dat levert een hoop fuzz op voor de naar verwachting 1.600 second opinions die onder het nieuwe regime jaarlijks zullen worden aangevraagd.
Het is niet anders. Vast staat dat als een verzoek om een second opinion wordt ingediend, iedereen moet weten wat er moet gebeuren om het verzoek soepel en naar ieders verwachting af te wikkelen. Het wordt nóóit routine, dus de partijen die ermee te maken krijgen, moeten een ‘routekaart’ achter de hand hebben. Alleen dan hoeft niemand bang te zijn voor een second opinion.