Voldoet uw basiscontract aan de wettelijke eisen?

Sinds 1 juli 2017 is de nieuwe Arbowet van kracht. De werkgever was al wettelijk verplicht het arbo- en verzuimbeleid voor zijn personeel te organiseren via een maatwerkregeling of een vangnetregeling. Nieuw is dat dit nu ook vastgelegd dient te worden in een zogenaamd basiscontract arbodienstverlening.

Een basiscontract beschermt werknemers, biedt werkgevers houvast en geeft duidelijkheid voor alle betrokken partijen. Het is een schriftelijke overeenkomst tussen arbodienstverleners en werkgevers over het te voeren arbobeleid. In dit contract worden de rechten en plichten van werkgever, werknemer en bedrijfsarts vermeld.

In het basiscontract moet dus precies staan bij welke taken de werkgever zich minimaal moet laten ondersteunen door de gecontracteerde arbodienstverlener of bedrijfsarts. Verder moet het basiscontract goedgekeurd zijn door de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging.

Het basiscontract: Welke verplichtingen heeft de werkgever?

Volgens de Arbowet zijn werkgevers verplicht zich te laten helpen door kerndeskundigen (bedrijfsarts, veiligheidsdeskundige, arbeidshygiënist en/of de arbeids- en organisatiedeskundige) bij het uitvoeren van een aantal taken betreffende het arbobeleid.

Deze taken dienen sinds 1 juli 2017 in het basiscontract te worden vermeld. De werkgever is verantwoordelijk voor het opstellen van het contract en voor het nakomen van de verplichtingen rondom het contract.

In het basiscontract moeten minimaal de volgende zaken geregeld zijn:

  • Ziekteverzuimbegeleiding: werknemers moeten deskundige begeleiding krijgen bij re-integratie in geval van verzuim door ziekte, gebrek of bedrijfsongeval.
  • Toetsen van en adviseren over de RIE (risico-inventarisatie en evaluatie):  je mag de RIE wel zelf opstellen maar niet zelf toetsen. Bij bedrijven met meer dan 25 medewerkers moet de preventiemedewerker de RIE opstellen.
  • Uitvoeren van periodiek arbeidsgezondheidskundig onderzoek PAGO: het regelmatig onderzoeken van arbeidsgebonden gezondheidsrisico’s. Werkgevers zijn verplicht hun werknemers een PAGO aan te bieden al hoeven werknemers hier geen gebruik van te maken.
  • Aanstellingskeuring: een werkgever mag een toekomstige werknemer alleen medisch laten keuren als er bijzondere eisen wat betreft zijn/haar medische geschiktheid worden gesteld (alleen bij bepaalde beroepsgroepen en volgens de Wet op de medische meuringen).
  • Bedrijfsarts: in het basiscontract moet staan hoe en waar werknemers terecht kunnen bij de bedrijfsarts. Het is de taak van de werkgever de werknemers hiervan op de hoogte te stellen.
  • Bezoeken bedrijfsarts: de werknemers hebben het recht om, anoniem en zonder medeweten of toestemming van de werkgever, de bedrijfsarts te bezoeken met werkgerelateerde persoonlijke gezondheidsvragen. Ook als ze niet ziek zijn! Het gaat hierbij namelijk niet om vragen over verzuim, maar vooral over preventie, arbeidsomstandigheden en veiligheid op de werkplek. Iedereen mag hier gebruik van maken, dus ook oproepkrachten, uitzendkrachten en ander tijdelijk gecontracteerd personeel. De bedrijfsarts moet ook iedere werkplek te kunnen bezoeken als hij dat nodig acht.
  • Recht op een second opinion: de werknemer heeft recht op een second opinion door een andere bedrijfsarts als hij twijfelt aan het advies van de eigen bedrijfsarts. De kosten hiervan zijn voor de werkgever. Hierdoor wordt het handelen van de bedrijfsarts inzichtelijk en bovendien toetsbaar. Bovendien moet iedere bedrijfsarts of arbodienst moet een duidelijke procedure hebben die beschrijft hoe en waar de werknemer eventuele klachten kan indienen over de dienstverlening door de bedrijfsarts.
  • Klachtenprocedure: alle bedrijfsartsen, ook wanneer ze niet werkzaam zijn bij een arbodienst, zijn sinds 1 juli 2017 verplicht om een klachtenprocedure te hebben.
  • Melden beroepsziekten: een bedrijfsarts is verplicht beroepsziekten te melden bij het NCvB (Nederlands Centrum voor Beroepsziekten) en moet ook de tijd krijgen voor het opsporen, onderkennen en diagnosticeren hiervan.
  • Advisering over preventie: de bedrijfsarts moet de werkgever adviseren hoe hij verzuim door het werk het beste kan voorkomen. Ook dit moet opgenomen zijn in het basiscontract.
  • Overleg met OR en preventiemedewerker: bedrijfsarts, ondernemingsraad en preventiemedewerker(s) moeten in de gelegenheid gesteld worden om regelmatig te overleggen. In het basiscontract moet duidelijk zijn beschreven hoe dit in de praktijk is geregeld.

Bron: HR Navigator

Deel dit artikel