Veilig werken blijft moeilijk voor de werknemer

Veilig werken, voor veel werknemers lijkt dit zo vanzelfsprekend. Want je doet toch gewoon je best? Op een zo veilig mogelijke manier?

Maar is dit wel zo? In hoeverre ben je als werkgever bezig met het creëren van een zo veilig mogelijke omgeving voor je werknemers? En in hoeverre weet je ook daadwerkelijk of je werknemers er zelf alles aan doen om zo veilig mogelijk te werken?

Het levert iedere werkgever, leidinggevende en veiligheidskundige regelmatig kopzorgen op: veilig werken heeft bij werknemers vaak namelijk niet de juiste prioriteit tijdens de dagelijkse werkzaamheden. En dat maakt het terugdringen van het aantal incidenten lastig.

Dit blijkt ook uit onderzoek van de Inspectie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, waarin zij aantonen dat dat het aantal ernstige ongevallen op de werkvloer, soms zelfs met dodelijke afloop, blijft toenemen.

Toenemende ernstige bedrijfsongevallen

Het aantal werknemers dat betrokken is bij een ernstig bedrijfsongeval wordt elk jaar hoger. Zo hebben er in 2018 ruim 4.300 werknemers een ernstig bedrijfsongeval gehad.

Vanuit de cijfers van het CBS kunnen we uitrekenen dat er met gemiddeld 8,78 miljoen werkende Nederlanders in 2018, 1 op de 2.010 werknemers te maken krijgt met een ernstig bedrijfsongeval.

Kijken we naar dezelfde cijfers ten opzichte van 2017, dan zijn het aantal werknemers met een bedrijfsongeval inderdaad toegenomen. Alleen het aantal werkende mensen zijn ook toegenomen. Hieruit zien we dat de kans op een ongeval (1 op 2.010 werknemers) in 2018 hetzelfde is gebleven ten opzichte van 2017. Dit maakt het natuurlijk niet minder ernstig, maar gelukkig is de kans op een ongeval niet groter geworden.

Zorgen snelheid en efficiëntie voor meer ongevallen?

Marc Kuipers, inspecteur-generaal bij SZW, geeft naast de groei in werknemers en hiermee het toenemende aantal bedrijfsongevallen nog een verklaring voor de toename van het aantal ongevallen: “We zien in deze economie dat er sneller en efficiënter moet worden gewerkt. Met als gevolg dat er meer onveilige situaties ontstaan en er meer ongelukken gebeuren.”

Theoretisch gezien kunnen we ons afvragen of deze uitspraak wel klopt. Efficiënter werken betekent namelijk dat er doelmatiger gewerkt wordt en met minder inspanning meer resultaat. Maar Kuipers noemt niet voor niets snelheid en efficiëntie in één zin. Want ondanks dat snelheid en efficiëntie theoretisch gezien niets met elkaar te maken hebben, blijkt dit in de praktijk vaak anders. Daarom klopt deze uitspraak gevoelsmatig volledig.

In de huidige arbeidsmarkt is het doel om zo snel efficiënt mogelijk te werken en werknemers voelen de druk om dit te doen. Er wordt vaak wat geroepen over efficiënt werken vanuit de volgende redenen:

  • Te weinig werknemers voor dezelfde hoeveelheid werk
  • Meer bedrijfsresultaat willen (moeten) behalen
  • Besparen op kosten

Maar efficiënt werken moet je als werkgever faciliteren. Je kunt niet alleen roepen dat er efficiënter gewerkt moet worden en dit niet (voldoende) faciliteren. Want dan ervaren werknemers dat ze sneller moet werken, ze meer moeten doen met dezelfde middelen in dezelfde tijd. En ineens zijn snelheid en efficiëntie wél met elkaar verbonden.

Worden werknemers slordiger hierdoor? Minder nauwkeurig? Gaan ze sneller werken en stomme fouten maken? We weten allemaal dat een ongeluk in een klein hoekje zit. We kunnen niet met zekerheid zeggen dat vanuit de verklaring van Marc Kuipers de kans op een ernstig bedrijfsongeval groter wordt, maar kleiner wordt ie zeker niet.

Het niet juist volgen van regels en protocollen

Zoals we in de inleiding al zeiden: veilig werken levert voor werkgevers kopzorgen op. Nog ongeacht wat je als werkgever zelf aan veiligheid op de werkvloer doet, heeft dit bij werknemers vaak geen prioriteit tijdens de dagelijkse werkzaamheden.

Volgens Infoland geldt dit helemaal in situaties waar het gevaar indirect is en de gevolgen pas op langere termijn merkbaar zijn. Hier is het een flinke uitdaging om veilig werken tussen de oren te krijgen. Waar gevaar duidelijk(er) zichtbaar is en de gevolgen meteen voelbaar zijn, is men eerder bereid om de juiste maatregelen te treffen.

Dit betekent niet dat men opzettelijk werkt aan het creëren van een bedrijfsongeval. Sterker nog, het is natuurlijk nooit iemands intentie om een ongeluk te veroorzaken. Toch gebeuren er dagelijks bedrijfsongevallen die voorkomen hadden kunnen worden wanneer regels en protocollen wel op een juiste manier waren gevolgd:

  • Niet dragen van de voorgeschreven beschermende kleding
  • Niet juist gebruiken van de hulpmiddelen
  • Toch even snel iets iets afmaken zonder veiligheidsmiddelen

We nemen bewust risico’s

We kennen dat allemaal wel binnen het werk, maar ook binnen het dagelijks leven. Je weet dat er een risico bestaat op een incident, maar toch doe je iets op een bepaalde manier omdat dat ‘nu even makkelijker is’ of ‘sneller gaat’ of omdat je ‘gewoon even geen zin hebt in alle rompslomp’.

Een heel pijnlijk voorbeeld hierin is de vader die zijn fiets tegen de muur zette, om even snel bij de Hema naar binnen te wippen voor een taart. Hij liet zijn kind voorop in het stoeltje zitten, want dit was makkelijker, sneller en hij was toch zo terug. En de kans is inderdaad groot dat er niks gebeurt en dat hij zo weer terug was. Behalve in dit geval. Kind beweegt, fiets en kind vallen om, ze vallen op straat en precies op dat moment rijdt er een auto die niet meer kan stoppen. Het kind overlijdt.

Verschrikkelijk en afschuwelijk.

Daar waar de kans zo groot was dat vader inderdaad binnen een paar minuten terug was en met zijn kind weer op de fiets zou stappen, ging het hier op gruwelijke wijze mis.

Ditzelfde gebeurt op werk. De werknemer weet echt wel dat er een risico bestaat op een ongeval. Maar de kans op geen ongeval voelt groter en wanneer je hierdoor ook nog eens het werk sneller en makkelijker kunt doen, neem je eerder risico’s. “Dat overkomt mij toch niet”. Maar juist door dit gedrag wordt het risico op een incident vergroot.

Niet zichtbare risico’s zijn het gevaarlijkst

Zijn de gevaren overduidelijk, dan hebben werknemers volgens Infoland het minst moeite met het volgen van de juiste regels en protocollen. Zo rukt een brandweerman nooit uit zonder beschermende kleding, helm en andere maatregelen. En gaat een asbestbestrijder ook nooit zonder zijn beschermende kleding en hulpmiddelen een pand in.

Maar wanneer het gevaar niet overduidelijk is en deze zelfs abstract blijft voor velen, dan is zowel werkgever als werknemer eerder geneigd om het gevaar en de gevolgen te bagatelliseren. Stralingsgevaar en werken met kankerverwekkende stoffen zijn hier goede voorbeelden van. Mensen vinden dit vaak abstract en een ver-van-mijn-bed-show, waardoor ze meer moeite hebben om altijd de juiste maatregelen te nemen. Hoe verder weg de effecten zijn, hoe moeilijker het blijkt om de juiste veiligheidsmaatregelen te treffen.

Hoe verklein je dan wel het aantal bedrijfsongevallen?

Een van de meest voorkomende methodes om veiligheid over te brengen, is door instructies en voorlichting te geven over regels en protocollen. Uit de praktijk blijkt echter dat het sturen op regels en protocollen vaak niet werkt, zelfs niet bij herhaling. Ziet, begrijpt en voelt men het belang van de regels en protocollen niet, dan vallen werknemers snel weer terug in hun oude gewoontes (makkelijker, sneller, overkomt mij niet).

Volgens Infoland is het dichtbij meemaken van een bedrijfsongeval zelfs niet voldoende om wel voortaan de juiste maatregelen te treffen binnen het werk. In de eerste periode na het ongeval wordt de werknemer voorzichtiger, maar dit effect is tijdelijk. Met het verstrijken van de tijd en het weer gewend raken aan de aanwezigheid van gevaar, komen snelheid, gemak en overmoed weer boven de kans op ongevallen te staan.

Hiermee blijft alsnog de grote vraag staan: hoe verklein je dan wel de kans op bedrijfsongevallen? Hoe zorg je ervoor (naast alles wat je eraan doet als werkgever om de kans te verkleinen) dat werknemers de risico’s altijd ook serieus nemen? Infoland geeft hier een aantal suggesties voor.

Creëer geen schijnveiligheid, leg de nadruk niet op straffen

Een veel gebruikte manier om veilig werken af te dwingen, is het bestraffen van ongewenst gedrag en het niet juist volgen van de regels en protocollen. Maar zorgt straffen van gedrag voor een veiligere omgeving? Of zorg je eerder voor een schijnveiligheid?

Door te straffen leg je werknemers op hoe ze zich horen te gedragen. Hiermee creëer je geen blijvend bewustzijn waarom dit nodig en belangrijk is. Wanneer werknemers gewend zijn om op hun eigen manier te werken en zij er (nog) van overtuigd zijn dat zij hiermee veilig en goed hun werk doen, werkt straffen van gedrag vaak averechts. Het lijkt namelijk alsof men het gewenste gedrag vertoont en hierdoor veiliger werkt, maar volgens Infoland is dit schijnveiligheid. Men gaat zich zo gedragen om geen straf te krijgen en niet omdat ze ervan overtuigd zijn dat het de veiligheid ten goede komt. Wat gebeurt er wanneer de leidinggevende weg is? Juist, dan dansen de muizen (zonder bescherming) op tafel (weerstand op wat moet).

Een goed voorbeeld hiervan is nog steeds het dragen van een veiligheidsgordel in de auto. Veel mensen dragen nog steeds alleen een gordel wanneer ze weten dat er politie in de buurt is. Of dragen hem wanneer ze de snelweg op gaan, want “binnen de bebouwde kom gebeurt er toch niets ernstigs”. Je doet iets (dragen van de gordel), omdat er anders een straf op staat en niet omdat het veiliger voelt.

Werk met voorbeeldfuncties

Het werken met voorbeeldfuncties kan in een aantal verschillende vormen:

  • Leidinggevende
  • Campagnes
  • Nudging

Leidinggevende als voorbeeldfunctie

De leidinggevende is natuurlijk de meest bekende vorm van een voorbeeldfunctie. Laat een leidinggevende het hesje en helm hangen wanneer hij de bouwplaats op loopt, dan voelen anderen zich ook niet geroepen om dit wel aan en op te doen. Opmerkingen als “maar hij doet het ook niet” worden ineens heel legitiem.

Train je leidinggevenden er dus op om altijd, maar dan ook echt altijd, het goede voorbeeld te geven. Neemt de leidinggevende een kijkje op de bouwplaats, ook al duurt dit maar een paar minuten, dan zet hij een helm op, doet veiligheidsschoenen aan en trekt een veiligheidshesje aan. Goed voorbeeld doet nu eenmaal volgen.

Campagne als voorbeeldfunctie

Een andere vorm van een voorbeeldfunctie is het inzetten van campagnes. Met een campagne creëer je blijvend bewustzijn, houd je het onderwerp actueel en zet je een voorbeeldrol in waar men zich mee kan identificeren.

Een goed voorbeeld van een campagne als voorbeeldfunctie is de welbekende BOB-campagne. De BOB is hier de voorbeeldrol, de held van de vriendengroep die zichzelf een avond met alcohol ontneemt om iedereen veilig thuis te krijgen. “Ik ben vanavond de BOB” is voor iedereen duidelijk (identificatie met een voorbeeldrol), omdat de campagne al jarenlang loopt en blijft lopen (actief houden, blijvend bewustzijn).

Nudging als voorbeeldfunctie

Waarschijnlijk ken je de term “nudging” binnen deze context niet. De vertaling van nudging vanuit het Engels is aanstoten of een duwtje geven. En dit is precies wat nudging binnen deze context als voorbeeldfunctie doet. Door iemand continu een duwtje in de goede richting te blijven geven, stimuleer je het wenselijke gedrag.

Zo leidt het plakken van een vliegje in een urinoir ertoe dat mannen beter mikken, wat Schiphol aan 20 procent schoonmaakkosten bespaart op jaarbasis. Ook een paar ogen die geplakt zijn naast het verzoek om je eigen dienblad op te ruimen en die je aan lijken te kijken, leidde volgens Infoland tot een daling van 35 procent naar 20 procent niet opgeruimde tafels in een kantine.

Wees daarom creatief met deze vorm van nudging binnen je eigen organisatie en hoe je je werknemers continu een duwtje in de rug geeft om de juiste regels en protocollen te volgen.

Geef complimenten op goed gedrag

Waar het straffen van gedrag leidt tot meer weerstand en geen begrip, leidt het geven van complimenten op goed gedrag tot het willen volgen van de regels en protocollen. Uiteindelijk wil iedereen gezien en gewaardeerd worden en het is makkelijk complimenten te scoren door het volgen van de juiste regels en protocollen.

Geef complimenten aan iemand in ’n een-op-een gesprek, maar deel ook complimenten uit aan iemand als er collega’s bij zijn. Ook hier is goed gedrag doet volgen, ook al is het niet de leidinggevende.

100 procent veiligheid is een illusie

Hopelijk geeft dit artikel, inclusief de inzichten van Infoland, goede handvatten om veiligheid en het terugdringen van bedrijfsongevallen op de agenda te zetten en te houden. Want ondanks dat 100 procent veiligheid en geen bedrijfsongevallen nooit haalbaar is in onze dynamische wereld met veel menselijke invloeden, hiernaar streven is absoluut een doel op zich.

Het beperken van ongevallen en de risico’s zo klein mogelijk houden is iets wat elke werkgever en werknemer zou moeten willen. Gelukkig zien we bij steeds meer organisaties dat Integraal Risicomanagement een steeds belangrijkere rol krijgt, die niet alleen bij de riskmanager ligt.

Zo wordt de RIE steeds vaker als werkdocument gezien en wordt er meer software gebruikt om risico’s inzichtelijk te krijgen, te analyseren en te borgen. Maak je hier een doorlopend proces van, dan krijg je meer grip op alle risico’s binnen de organisatie, je maakt de risico’s een onderdeel van alledaagse beslissingen en maakt de kans op schade in de toekomst actief kleiner.

>>> Ga naar dossier ‘Veilig werken’

Deel dit artikel