Politiek op de werkvloer: koester je tegenstander en negeer je vijand!

“Politiek” is geen vies woord. Als je binnen de politieke arena van je werk succesvol wilt zijn, zul je zowel de spelregels als het speelveld moeten kennen.

De politieke arena op het werk is een mannelijke wereld waar de mannelijke spelregels nog steeds leidend zijn. Vrouwen moeten deze spelregels kennen en weten hoe de mannen denken en handelen. Als ze deze regels kennen, kunnen ze het politieke spel beter spelen.

Veel mannen werken met ongeschreven regels, dit zijn masculiene regels. Kijk maar eens om je heen en observeer hoe mannelijke collega’s te werk gaan en signaleer wat werkt.

“Ik word dan als narcistisch en egoïstisch bestempeld”

Voor vrouwen gelden andere regels. Zij willen hun zaakjes netjes regelen via de formele organisatie. Terwijl de meeste zaken geregeld worden via de informele organisatie.

In de politieke arena moet jij jezelf centraal durven te stellen, maar veel vrouwen zijn niet gewend om zichzelf centraal te stellen. “Ik word dan als narcistisch en egoïstisch bestempeld.”

Als je de spelregels kent, ga je het spel spelen; je neemt het initiatief. Eerst bepaal je je doel; wat wil je bereiken? Het is belangrijk om dit doel zo concreet mogelijk te benoemen. Dit helpt je met het bepalen van je visie en visie geeft focus. Vervolgens ga je het speelveld in kaart brengen, ook wel “krachtenveld” genoemd. Dit is de start van je strategie. Strategie is echter een mannelijk woord dat wordt geassocieerd met oorlogsgedrag en dat schrikt veel vrouwen af. Maar je zult een plan moeten hebben hoe jij je doel wilt bereiken en daar zit geen oorlogstaal aan vast.

Bij het opstellen van je speelveld hoort het in kaart brengen van alle spelers. Wie zijn die spelers, wie helpt je, wie houdt je tegen? Wie is voor en wie is tegen? Wie heeft welk belang als jouw project slaagt of faalt? En vervolgens deel je alle spelers in als “bondgenoten”, “tegenstanders”, “coalitiepartners” en “vijanden”.

Met bondgenoten moet je zorgvuldig omgaan, vraag ze om advies. Tegenstanders moet je koesteren. Zij kunnen altijd nog medestanders worden. Coalitiepartners moet je in de gaten houden. Die kijken wel positief tegen je doel aan, maar hebben ook een eigen agenda. In ‘echte’ vijanden ten slotte moet je niet teveel energie steken. Zij blíjven tegen!

Steek niet teveel tijd in echte vijanden

Breng ook de onderlinge relaties tussen de spelers in kaart zodat je niet (onaangenaam) wordt verrast. Wie tennist er met wie bijvoorbeeld.

En nog een tip: vergeet zeker de secretaresse niet in te delen! Zij hoort en weet veel.

Door op deze manier het krachtenveld in kaart te brengen en na te denken over belangen, vergroot je je organisatiesensitiviteit. Het schept duidelijkheid in relaties, belangen en onderlinge afhankelijkheid van collega‘s. Van wie ben je afhankelijk? Wie heeft de meeste (informele) macht? Wie moet je dus aandacht geven en wie moet je negeren? Op deze manier wordt “strategie” en “strategisch opereren” leuk en leerzaam.

>>> Lees ook: ‘Politiek op de werkvloer: dames wees je bewust van het ‘krabbenmand-effect’!

>>> Lees ook: ‘Politiek op de werkvloer: vrouwenquota, vloek of zegen?’

Deel dit artikel