Ontslag wegens verbale agressie?
Agressie en intimidatie, Psychosociale arbeidsbelasting, arbeidsomstandigheden, arbeidsovereenkomst, Artikel, jurisprudentie, opzegverbod

Door een hersenbloeding in 1983 loopt werknemer Karel verlammingen en functieverlies op. Op het werk scheldt Karel zijn leidinggevende uit voor “teringwijf”. Zijn werkgever vraagt ontslag aan…
Vijf jaar na de hersenbloeding vindt Karel in 1993 werk voor twaalf uur per week als montagemedewerker bij de Gemeente Enschede.
In december 2010 schiet hij behoorlijk uit zijn slof waarbij hij zijn leidinggevende bedreigt en uitscheldt. Karel zou onder andere hebben gezegd dat hij haar nog eens de keel zou willen dichtknijpen, ze kon doodvallen en een teringwijf was.
Voor de Gemeente is dit, na een eerder opgelegde schorsing, reden om bij de rechtbank ontbinding van de arbeidsovereenkomst met Karel te vragen.
Leidinggevenden willen niets meer met Karel te doen hebben en Karel zou een negatieve invloed hebben op de collega’s. De werkgever ziet geen relatie tussen gedrag en de verbale uitlatingen en de handicap van Karel.
Verweer van Karel
Karel ziet die relatie nadrukkelijk wel en doet daarom een beroep op het opzegverbod (art. 7:670 BW). Karel stelt verder dat zijn agressie slechts verbaal was en niet fysiek. Daarvoor waren er geen soortgelijke problemen.
Kantonrechter
De rechter in Enschede meent dat Karel en werkgever hun standpunt in deze kwestie onvoldoende hebben onderbouwd. De rechter gaat niet zelf onderzoeken of het verbaal agressieve gedrag het gevolg is van de handicap.
Net als de gemeente vindt de rechter dat het gedrag van Karel grensoverschrijdend is geweest. De rechter ziet deze zaak echter wel als een “speciaal geval” en daarom wordt de arbeidsovereenkomst niet ontbonden.
De rechter geeft hiervoor als motivatie:
- niet uit te sluiten is dat de verbale agressie het gevolg is van de handicap;
- het voor Karel relevant is dat hij zijn werk kan blijven doen;
- de kans dat Karel elders emplooi vindt op nihil moet worden geschat;
- vaststaat dat Karel veel doet om zijn agressie in te perken.
Ten slotte hecht de kantonrechter belang aan het feit dat Karel wekelijks slechts twaalf uur arbeid verricht. Van het bedrijf mag worden verwacht dat men arbeidsomstandigheden creëert die een vruchtbare samenwerking mogelijk maken. Karel blijft in dienst bij de Gemeente.
Kantonrechter Enschede, 26 april 2011, Rechtspraak.nl – LJN: BQ2767