Mensgerichte robotisering en arbeidsbelasting

De robotisering van arbeid is een onomkeerbaar proces dat zich in een snel tempo voltrekt. Des te belangrijker is het om te kijken hoe robots een waardevolle aanvulling op medewerkers kunnen zijn in plaats van andersom, stelt prof. dr. Michiel de Looze.

In opdracht van het Arbeidsdeskundig Kennis Centrum (AKC) deed hij onderzoek naar mensgerichte robotisering en arbeidsbelasting.

Robots pakken ons werk af! Zie hier het toekomstbeeld dat sommige ‘experts’ nog maar kort geleden schetsten in de media. De boodschap was dat robotisering van arbeid minstens de helft van onze banen zou kosten. Inmiddels zijn we een paar jaar verder en behoorlijk wat wijzer. We weten dat robotisering weliswaar zorgt voor enige verdwijning, maar vooral voor verandering van werk.

Taakverschuiving

Mens en robot – of eigenlijk automatisering in het algemeen – zullen elkaar steeds vaker gaan aanvullen. De taakverschuiving die daardoor ontstaat, biedt zowel kansen als risico’s als het gaat om arbeidsbelasting.

Maar omdat er zo veel verschillende factoren spelen – over welke vorm van robotisering gaat het? Wat is de arbeidscontext? Gaat het om fysieke, cognitieve of sociaal-emotionele belasting – is het volgens De Looze onmogelijk om hierover generieke uitspraken te doen.

Emotionele belasting

De Looze geeft een voorbeeld: robotarmen en manipulatoren bieden fysieke ondersteuning bij het tillen van onderdelen in magazijnen en de industrie, en ontlasten daarmee de werknemer.

Maar ook zien we allerlei geautomatiseerde magazijn- en productiesystemen, waarbij het werk juist risicovoller wordt door repeterende en monotone handelingen.

Daarnaast zijn er cognitieve supportsystemen, die de assemblagemedewerker helpen bij zijn taak, hem ontlasten als het gaat om dingen onthouden en beslissingen nemen. Een risico daarbij is dat hij zijn werk als monotoner kan gaan ervaren en minder uitdagend. uitdaging. Dat zorgt dan weer voor meer emotionele belasting.

Kwetsbare werknemers

Juist omdat robotisering zo veel verschillende niveaus en contexten kent, is het belangrijk hierin goed te sturen en uit te gaan van de mogelijkheden van de werknemer.

Mensen met een kwetsbaarheid kunnen zo beter aan de slag blijven. De Looze: “Ik was laatst op een Vlaamse ‘beschutte werkplaats’, zoals ze dat daar noemen. Dankzij robotarmen konden medewerkers, die eerst niet in staat waren om kunststofproducten te maken door te lijmen, dit nu wel. Wat voorheen om te veel handelingen tegelijk vroeg  – de tube vasthouden, het product in de juiste positie draaien en de lijm erop spuiten, en dus zowel fysiek als cognitief belastend was – werd nu als het ware een fluitje van een cent.”

Fysieke beperking

Ook hele specifieke robottechnologie kan er volgens De Looze in de toekomst voor zorgen dat mensen met een kwetsbaarheid toch aan de slag kunnen.

Neem de sociaal ondersteunende robot, nu al regelmatig gebruikt in de zorg. Ook op de werkvloer kan deze een waardevolle functie hebben en medewerkers met een sociale handicap ondersteunen. Een ander voorbeeld is het exoskelet dat iemand met een fysieke beperking in staat stelt taken uit te voeren die eerder niet denkbaar waren.

Bovengenoemde voorbeelden laten zien dat er met een kleine aanpassing vaak veel mogelijk is, ook voor kwetsbare medewerkers.

Optimale taakverdeling

De Looze ziet in deze ontwikkeling een belangrijke rol weggelegd voor de arbeidsdeskundige. Het is aan hem of haar om de mogelijkheden van robotisering te zien en in kaart te brengen op welke manier deze de werknemer kunnen ondersteunen.

Centraal daarbij staan de vragen: hoe kun je mogelijkheden van medewerkers goed benutten en wat is de optimale taakverdeling tussen de medewerker en de robot? Dat is voor iedere medewerker weer anders.

Opschaling

Voor de gemiddelde arbeidsdeskundige is dit redelijk onontgonnen terrein, dus enige opschaling van zijn of haar kennis is wel een vereiste.

De beroepsgroep zal zich daarom moeten bijscholen om die sturende rol binnen de robotisering van arbeid goed te kunnen vervullen. Het AKC zou in de kennisontwikkeling en kennisverspreiding richting arbeidsdeskundigen een cruciale rol kunnen vervullen.

Tags

Artikel

Deel dit artikel