Meer of minder burn-out?

Werknemer vaker thuis met burn-out”, kopte de Telegraaf. Het dagblad van Wakker en Werkend Nederland had het persbericht van het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten (NCvB) pakkend samengevat.

“Steeds vaker melden mensen zich met overspannenheid of een burn-out bij de bedrijfsarts”, meldde het NCvB naar aanleiding van het rapport Kerncijfers Beroepsziekten 2017. “Volgens de laatste meting uit 2016 valt ruim 40 procent van alle meldingen in de categorie psychische beroepsziekte én het aantal blijft stijgen.”

Dit alles op basis van 6.270 meldingen van beroepsziekten door 863 bedrijfsartsen in 2016, zoals geregistreerd in de Nationale Beroepsziekteregistratie.

Het bericht ging erin als koek én werd (klakkeloos, zonder te checken) een-op-een overgenomen door veel media, zoals Nu.nl, Radio Eén Vandaag en NOS. Want een burn-out is hot, hip en cool. Als je tegenwoordig nog geen dikke burn-out hebt gehad, ben je een watje of loser.

Menig BN’er verhaalt dan ook in geuren en kleuren over de diepe dalen van zijn of haar burn-out in krant of tijdschrift. Illustratief voorbeeld is Sophie Hilbrand: “Ik vond burn-out altijd een beetje een zwaktebod, totdat ik er zelf een kreeg!”

“Een burn-out is hot, hip en cool. Als je nog geen dikke burn-out hebt gehad ben je een watje of loser”

Maar ook het meer intellectuele deel van de natie wordt bijgepraat. De NRC verraste haar lezers met een heuse special in vier delen over burn-out met de voor zichzelf sprekende kop: “Uitgeput, cynisch en wanhopig”. Erg lezenswaardig overigens.

Nogal alarmerend allemaal zo op het eerste gezicht. Al jaren is bekend dat grofweg 20 tot 25 procent van het verzuim werkgerelateerd is, met burn-out en werkstress met stip op nummer één. Maar… klopt de boodschap van het NCvB eigenlijk wel met haar eigen cijfers Tijd voor de factchecker. Laten we het persbericht van het NCvB middels close reading eens langs de meetlat leggen op basis van haar eigen cijfermateriaal.

NCvB-statement 1: “Steeds vaker melden mensen zich met overspannenheid of burn-out bij bedrijfsarts”

Dit blijkt een onjuiste conclusie. Het aantal gemelde beroepsziekten op basis van burn-out en overspanning is sinds 2014 juist dalend. De onderstaande cijfers laten dat zien.

NCvB-statement 2: “Volgens de laatste meting uit 2016 valt ruim 40 procent van alle meldingen in de categorie psychische beroepsziekte”

Deze stelling klopt wel. In absolute aantallen is het dalend, maar relatief toch stijgend. Dat komt doordat de meldingen vanuit de bouw in 2016 bijzonder sterk zijn teruggevallen (** zie onderstaande tabel). De veroorzaker is de Stichting Arbouw, de hofleverancier bouwmeldingen. Deze is per 1 juli 2016 ter ziele is gegaan en aangezien het bij de bouwmeldingen vooral om gehoor-, houding- en bewegingsklachten gaat, stijgen de psychische klachten dus relatief als vanzelf.

Resumerend: doordat de dataset van het NCvB niet representatief noch ‘gewogen’ is opgebouwd, krijg je dit soort curieuze uitslagen. Alles is relatief tenslotte.

NCvB-statement 3: “Aantal meldingen in categorie psychische klachten blijft stijgen”

Ook dat blijkt een onjuiste weergave van de feiten te zijn, want ook deze zijn dalend sinds 2014.

NCvB-statement 4: “Dit alles op basis van 6.270 meldingen van 863 bedrijfsartsen”

De vraag daarbij is, is dat veel of weinig? Hoe moet je dat interpreteren en wegen? En hoe representatief zijn deze 863 bedrijfsartsen voor de gehele bedrijfsartsenpopulatie van 1.760? Opnieuw wat cijfers van het NCvB op een rijtje gezet.

Wat opvalt is dat 2014 een omslagjaar blijkt te zijn geweest. De ‘plotselinge’ piek in 2014 (*) is grotendeels toe te schrijven aan een toezichtonderzoek van de Inspectie SZW naar onderregistratie bij bedrijfsartsen in 2013. Iedere bedrijfsarts heeft toen op persoonlijke titel een brief van de Inspectie SZW ontvangen. Die brief bleek een effectief drukmiddel om meer te melden.

Maar twee jaar later is het effect ervan weer volledig verdampt. Niet verwacht, maar toch gebeurd en vooralsnog niet verklaarbaar.

Alles op een rij: wat zeggen de NCvB-cijfers eigenlijk?
Minder burn-out en minder psychische klachten bij minder meldingen, door minder dokters.

Kortom: het NCvB kleurt de plaatjes wel heel bijzonder in. Ongetwijfeld met de beste bedoelingen, maar toch. Het ondergraaft haar gezag als expertisecentrum van staatswege. Is dit problematisch? Ik vind van wel, want zelfs het ministerie SZW – opdrachtgever en toezichthouder van het NCvB – twittert er rustig op los dat er meer mensen met een burn-out zijn.

De kop van het persbericht van het NCvB had moeten zijn: “Weer minder meldingen door nóg minder bedrijfsartsen.” Maar dat ligt politiek nogal gevoelig. Politiek Den Haag heeft namelijk – middels strengere regelgeving – al haar kaarten gezet op het “meldgedrag” van de bedrijfsartsen. Dat blijkt vies tegen te vallen en ondermijnt het draagvlak van de NCvB monitor en daarmee tegelijkertijd het bestaansrecht van het centrum zelf.

“Zelfs het ministerie SZW twittert er rustig op los dat er meer mensen met een burn-out zijn”

Doorgaan op deze weg heeft weinig zin. Het doel van het melden – preventie op de werkvloer – wordt zo niet gehaald. De kritische ondergrens van deze monitor wel. Maar dat durft niemand  – het ministerie van SZW en Inspectie SZW voorop – hardop te zeggen. Te bang voor implicaties? Gezichtsverlies? Tunnelvisie? Ik weet het niet.

Ik heb de NOS overigens een brief gestuurd met de vraag of ze tegenwoordig nog aan factchecking doen en waarom ze het persbericht van het NCvB klakkeloos voor waar aannemen. Er wordt al genoeg nepnieuws verspreid. Dat blijkt maar weer. Zelfs in onze eigen sector. Gewoon wat creatief goochelen met cijfers: et voila!

Een variant van deze blog is eerder gepost op Medisch Contact op 2 oktober 2017.

Deel dit artikel