Komt een werknemer bij de dokter… Dokter ik heb een burn-out!
Burn-out en overspannen, Psychisch verzuim, Psychosociale arbeidsbelasting, Werkdruk en werkstress, Column

Burn-out. Je kunt er niet om heen. Komt een werknemer bij de dokter: dokter, ik heb een burn-out. En… het gaat lang duren!
Burn-out: een begrip dat een lading vol onbegrip dekt. Vraag een expert een definitie van burn-out en hij zal zich te buiten gaan aan het beschrijven van talloze klachten en ellendige gevoelens. En dat duurt lang hoor! Ik noem burn-out de Guernica van de ziektebeelden: je ziet meteen dat het mis is, maar het is wel mooi mis. Veel vertoon, weinig inhoud.
En dan kom ik tot de volgende uitspraak: de ‘ziekte’ burn-out bestaat niet.
Al die nare klachten en diagnoses vertroebelen onze blik op wat er echt aan de hand is
Dit geeft meteen ruimte! Al die nare klachten en diagnoses vertroebelen onze blik op wat er echt aan de hand is.
Op deze manier zou je overigens nog vele ziektebeelden kunnen beschrijven, ze bestaan namelijk niet. Ik denk aan chronische vermoeidheid, aan fibromyalgie, aan postvirale vermoeidheid, aan whiplash, aan wat we vroeger neurasthenie en psychasthenie noemden, zeg maar: neurotisch gedrag. Het zegt niets en is eigenlijk gewoon denigrerend. Je wordt je ziekte.
Diagnoses, ze belemmeren je uitzicht. Is een klok een klok omdat ‘ie klok heet, of omdat hij de tijd aangeeft? En welke ‘tijd’ geeft een burn-out dan aan? Wat is er aan de hand?
Veel mensen nóemen zich burn-out – of de psycholoog noemt het zo – en dan is er een ziekte die we moeten we gaan behandelen. Ziekte legitimeert veel, we herkennen dit zo mooi in andere culturen zoals de Marokkaanse, waar ziekte de enige reden kan zijn om onder je verplichtingen uit te komen. We zien echter niet dat wij hetzelfde doen.
Bijkomend probleem is dat wij ziekte verbinden aan loon
Een bijkomend probleem is hier dat wij het begrip ziekte hebben verbonden aan loon betalen: dit heet de Ziektewet.
Ziekte is ook verbonden aan vergoeden, want de zorgverzekering vereist een ziektediagnose.
Door ziekten direct te koppelen aan “niet kunnen werken, maar wel betalen”, verlengen we de duur van deze “ziekten” aanzienlijk en brengen we de oplossingen zeker niet naderbij! Dit heet medicalisering en het zit ingebakken in ons systeem.
De gemiddelde duur van een burn-out zou 242 dagen ziektewet zijn. Alsof dat getal iets zegt. Door het te kaderen in “aantal dagen niet kunnen werken”, lijkt het helemaal op een ziektebeeld: met een begin en een eind. “Hé Pieter, hoe lang duurt een griep? Weekje, soms wat langer… Hoe lang duurt een burn-out? Reken op acht maanden.” Dat klinkt direct heel ernstig. En inderdaad, mensen die uitvallen met klachten die wij burn-out noemen, kunnen vaak ook niet (meer) werken.
Even een zijpad op de vierbaans van de medicalisering: Wist u dat een whiplash niet meer whiplash genoemd mag worden, te beginnen door het ambulancepersoneel dat ter plekke het verkeersongeval bezoekt?
Whiplash is ook geen ziekte, wel veel ellende
Door het niet whiplash te noemen, nam de kans op langdurige klachten namelijk duidelijk af.
Whiplash is namelijk ook geen ziekte. Het is wel veel ellende.
Niet eens zozeer door de pijn, maar door de ziekmakende acties van advocaten, verzekeraars, dokters en behandelaars. Het woord whiplash staat garant voor honderden miljoenen euro’s aan letselschade en voor vele verloren maanden tot jaren aan werkvermogen en levensvreugde.
Terug naar de burn-out: er komt hopelijk een tijd dat we burn-out niet meer burn-out mogen noemen… Wat is dan burn-out? Lastig, het bestaat dus niet als entiteit. Het is geen ziekte, eerder een samenraapsel van symptomen die veel op elkaar lijken. Ook ik ben een soort van deskundige , ik zie minimaal twee keer per week iemand die “burn-out” is. Ja, je bent burn-out, je hebt het niet alleen, je bent ‘t.
Je hebt niet alleen burn-out, je bent het!
Recent consult, een klassiek verhaal: de onderwijzer 55 jaar. Hij is uitgeput, slaapt al lang matig, heeft lichamelijke klachten en heeft al heel lang het idee dat hij zijn werk alleen met veel wilskracht nog aan kan, zeker ook door al die regelgeving en administratie.
Altijd betrokken geweest, met een vrij hoog streefniveau. Zijn jongste kind is net uit huis, zijn vrouw had vier jaar geleden borstkanker, dat gaat overigens goed.
Zijn functioneren werd recent kritisch geëvalueerd. De onderwijzer stort in. Angsten, depressief, vooral moe, geen rust, het gevoel dat het hem overkomt, boosheid naar werk en verdriet over thuis. Zit thuis en durft zelfs niet alleen naar de AH om de hoek…
Diagnose: burn-out. Plus een angststoornis. Zijn stresssysteem is ontregeld. Bloeddruk hoog. Hartkloppingen.
Behandeling door de huisarts is gestart, tranquillizers vier weken zo nodig, eerst naar de GGZ-praktijkondersteuner van de huisarts, dan de psycholoog; rust reinheid en regelmaat.
De onderwijzer weet het niet, hij denkt dat het best wel eens lang kan gaan duren en zijn werkgever twijfelt ook: hij had het al jaren moeilijk op zijn werk, gaat dat nog wat worden? Geschatte duur: gemiddeld 242 dagen! Resultaat: moeizaam. Hij is weer in staat tot werken, maar valt steeds terug. Kan hij nog maar twintig uur werken? Uiteindelijk spoor 2 en na twee jaar heeft hij nog geen ander werk.
Achteraf lijkt alles in deze casus bij elkaar te passen. Het is verleidelijk om alle stressoren en karaktereigenschappen bij elkaar op te tellen en daar vervolgens de behandeling en de toekomstplannen op af te stemmen. En… 242 dagen later is er wel of niet een succesverhaal.
Maar kunnen we ook vooraf zien waar de burn-out dreigt? Jawel, maar dat kan alleen door burn-out geen ziekte meer te noemen, maar een uiting van een langdurige mismatch tussen verstand en gevoel. Contextueel gesproken: {burn out is} “een langdurige mismatch tussen verwachting en realiteit”. En ja, deze mismatch ontregelt veel in je hele gevoel en verstand. En in je lichaam.
Door burn-out zo te definiëren, kunnen we ook vroegtijdig ingrijpen en zelfs voorkomen dat burn-out optreedt. En dat is van belang, omdat in een maatschappij waarin persoonlijke verwachtingen en de dagelijkse realiteit steeds verder uit elkaar liggen, er steeds meer burn-out-achtige beelden en klachten zullen optreden.
We leven in een burnout-ogene maatschappij
Als we leven in een maatschappij waarin alles maakbaar lijkt, zoals geluk, carrière, uiterlijk en relaties, dan is een steeds groter verschil tussen (opgelegde) verwachting en realiteit te verwachten.
We leven dan ook in een burnout-ogene maatschappij (net als dat we in een obesogene maatschappij leven).
Het gaat in essentie over verwachtingen over jezelf. Over verwachtingen wie je bent, wat je kan, hoe je in je omgeving handelt en voelt. Het gaat ook om verwachtingen die mensen van jou hebben. Het gaat om de matching van deze beiden: kloppen de wederzijdse verwachtingen? Zijn ze reëel?
De onderwijzer: hij verwachtte van zichzelf dat hij altijd onderwijzer zou zijn. Daar is ook nooit anders over gesproken. Toen het werk te belastend werd, konden zowel aanpassingen aan zijn werk als extra coaching of wilskracht hem een tijd lang helpen. En hij ging er vanuit: dit is je werk en dit blijf je doen.
Na zijn 50ste wist hij het onbewust: ik zit hier vast, al was het alleen maar vanwege de gouden cao en de pensioendwang. Bovendien: wat kan ik anders?
En nu, nu er nieuw management was en deze had besloten om een slag in kwaliteit te maken, kreeg de onderwijzer letterlijk te horen dat hij in de realiteit niet (al langer niet!) meer goed functioneerde. Nog nooit had hij dit zo letterlijk gehoord, al was hij er van binnen al een tijdje bang voor geweest. Hij, met al zijn ervaring en kennis…
De realiteit was dat zijn vrouw ziek werd en dat gaf verdriet, angst en stress. Wie rekent daarop? Diep van binnen verwacht je dat je gezond bent en blijft. Zijn kinderen gingen uit huis en wie had hem voorbereid op het verdriet van het empty nest?
Des te beter je jezelf kent, jezelf kunt toetsen aan de realiteit en weet wat je wel en niet aankan en goed voor je is, des te minder kans op burn-out. Des te meer je in een omgeving werkt waarin wederzijdse verwachtingen op elkaar worden afgestemd, des te minder kans op burn-out.
De onderwijzer: achteraf had hij zich in een veel eerder stadium beter kunnen omscholen. Of in ieder geval andere vaardigheden kunnen aanleren en kunnen herkennen dat hij vast liep. De werkgever wist dit eigenlijk ook allang, maar verbond er geen acties aan. Wist hij beter hoe hij op stress reageerde, had hij eerder aan de bel kunnen trekken en steun en eventueel hulp kunnen zoeken.
Burn-out is dus een achteraf construct, het is geen ziekte, maar doorleefde Weltschmerz. Je lost het niet op door het als een ziekte te benaderen. Je voorkomt geen burn-out door het als een ziekte te zien. Het voorland van deze medicalisering hebben we gezien bij whiplash.
Burn-out is dus een achteraf construct, het is geen ziekte, maar doorleefde Weltschmerz
Je lost het op door verwachtingen en realiteit te matchen. En je voorkomt deze problematiek die wij nu nog burn-out noemen, door Selbstbildung: “ken jezelf”.
Selbstbildung is een verwaarloosd onderdeel op scholen en in de opvoeding, maar ook op het werk.
Selbstbildung is ook het ontwikkelen van leidinggevenden: ook zij kunnen door een consequente dialoog te voeren met hun personeel deze burn-out pijnen voorkomen.
Ook al vind ik dat de huidige generatie beter naar zichzelf kan kijken dan mijn generatie, ik zie aan de andere kant een stijgend aantal jonge mensen met burn-out. Dit laat zien dat de maatschappij steeds sneller burnout-ogeen wordt.
Selbstbildung is niet te verwarren met competenties. Competenties zegt iets over wat men wil dat je bent en kunt. Ook dit zijn constructen, vaak onderzocht door wenselijk gedrag te vatten in types of kleuren (ik ben rood!). Het zegt heel weinig over wie je echt bent en hoe je handelt.
Selbstbildung is jezelf ontplooien en jezelf leren kennen. Selbstbildung zorgt ook voor meer autonomie, een belangrijke motor voor prettig en bevlogen werken.
Bestaat burn-out nog over vijf jaar? Gezien de ontwikkelingen wel, ook al is het mogelijk dat we een nieuwe naam voor vergelijkbare klachten bedenken. Tenzij de burn-out, net als de whiplash, te veel belangen krijgt. Dan blijft de ‘diagnose’ nog wel even.
Betekent dit dat ik mensen met burn-out klachten niet serieus neem? Nee, helemaal niet, maar door hen behandelen als iemand met een ernstige ziekte die 242 dagen gemiddeld duurt, ontneem je ze de ruimte om wel de regie te pakken op hun Selbstbildung en de confrontatie aan te gaan met de realiteit.
Door mensen en hun leidinggevenden te leren dat burn-out een ziekte is, ontneem je hen de mogelijkheid om die gesprekken aan te gaan. Preventief ontneem je ze de mogelijkheid om vroegtijdig mismatches tussen persoon en werk te signaleren en bespreekbaar te maken. Zo voorkom je burn-out verschijnselen en krijg je medewerkers met meer zelfmanagement.