Externe re-integratie bij ziekte tijdelijke medewerker

Het tijdig inzetten van externe re-integratie blijkt voor veel werkgevers nog niet eenvoudig te zijn.

Dit heeft alles te maken met het algemeen heersende idee dat externe re-integratie duur en weinig effectief is.

Bij externe re-integratie voor een medewerker in tijdelijke dienst is de re-integratiehobbel mogelijk nog hoger. Hij gaat toch uit dienst? Maar of dat verstandig is?

Als het dienstverband met een tijdelijke medewerker afloopt binnen de 104 weken en de medewerker is nog ziek op het moment dat het contract afloopt, dan neemt UWV de loondoorbetalingsverplichting over van de (ex) werkgever. Sinds 1 maart 2005 is art 39. A van de Ziektewet in werking getreden.

Verhalen

Dit artikel geeft UWV de mogelijkheid om aan werknemer uitgekeerd ziekengeld op werkgever te verhalen als deze te weinig re-integratie-inspanningen heeft geleverd en dit heeft geleid tot stagnatie in de re-integratie.

De duur van de stagnatie, dus de duur van de verhaalsperiode, wordt bepaald door het UWV arboteam. Er zijn twee aanleidingen voor verhaalacties namelijk werkgever heeft geen of:

  • veel te laat een re-integratieverslag ingeleverd;
  • onvoldoende re-integratie-inspanningen geleverd

Veel te laat een re-integratieverslag ingeleverd

Als de werkgever wel een re-integratieverplichtingen heeft geleverd maar veel te laat is met het insturen van documentatie en informatie, dan wordt een verhaalsanctie opgelegd van één week omdat het UWV dan zelf de informatie heeft moeten verzamelen.

Onvoldoende inspanning

De duur van de verhaalsanctie is afhankelijk van de vastgestelde stagnatie. Deze sanctie wordt alleen opgelegd als de werkgever verplicht was om loon door te betalen en dus niet als er al tijdens het dienstverband recht bestond op vangnet ziektewetuitkering.

Tijdvak

Het tijdvak van verhaal begint altijd op de eerste dag van betaling van het ziekengeld. Het ziekengeld wordt bruto verhaald.
De eerste 14 weken van de ziekteverzuimperiode worden niet als stagnatieperiode aangemerkt.

De verhaalperiode is nooit langer dan de opgetreden vertraging en nooit langer dan 52 weken. Een eenmaal vastgestelde termijn voor verhaal is definitief en wordt niet verlengd of verkort.

Stel dat de werknemer herstelt terwijl het verhaaltijdvak nog loopt dan eindigt op dat moment de verhaalsanctie. Deze wordt hervat als de werknemer weer ziek wordt binnen vier weken na eerder herstel. Bij fusie e.d. gaat de verhaalsanctie over naar de nieuwe rechtspersoon.

 

Deel dit artikel