De strijd tegen de prikkels

Prestatieverbetering van een organisatie door gezonder en slimmer werken is terug te voeren op gedragsverandering van individuele medewerkers.

Het daadwerkelijk veranderen van gedrag in de praktijk valt tegen. Veel gedragsveranderingprogramma’s zijn namelijk op wankele theorieën gebaseerd.

Het effect van campagnes om gezonder en slimmer te werken valt tegen. Zowel in de praktijk als in wetenschappelijk onderzoek. Het potentieel is groot: gezonder en slimmer werken levert organisaties en maatschappij geld op.

Voorwaarde is wel dat veel medewerkers hun gedrag moeten gaan veranderen. Een grote groep mensen is positief over gezonder en slimmer werken en wil ook graag veranderen, maar velen zetten die stap niet.

Gedrag is grotendeels onbewust

De belangrijkste reden dat mensen niet veranderen, is dat campagnes nog steeds gebaseerd zijn op de gedachte dat gedrag grotendeels bewust en beredeneerd is.

Mensen bewust maken door bijvoorbeeld incompany fitness, een cursus timemanagement en een individueel veranderprogramma wakkeren zeker wel het “willen” aan, maar ze leiden in de regel niet tot het daadwerkelijke “doen”. Dat komt omdat het gedragsmodel achter deze programma’s – dat bewust “willen” moet leiden tot “doen” – slechts 35 procent verklaart van het vertoonde gedrag.

Recent onderzoek leert dat onbewuste factoren, zoals gewoontes en emoties, het gedrag veel sterker beïnvloeden. Toch zijn interventies in praktijk en wetenschap vaak niet gebaseerd op die realiteit.

Onbewust gedrag effectiever

Hoe kunnen we nu onbewust gedrag effectiever veranderen? Mensen bewust maken en de randvoorwaarden scheppen zijn nog steeds nodig om het “willen” aan te wakkeren, en redenen om het gewenste gedrag niet te gaan vertonen weg te nemen.

In de strijd tegen de prikkels kan slechts één partij winnen

Maar dan vraagt de verandering van “willen” naar “doen” domweg om méér aandacht.

In het dagelijkse verhaal van de prikkels, die gewoontegedrag en “de waan van de dag” uitlokken, moet het “doen” vaak en sterk genoeg opvallen: in de strijd tegen de prikkels kan slechts één partij winnen.

Herhaling is een eerste voorwaarde om voldoende aandacht te trekken. Daarnaast geven onze hersenen eerder meer aandacht aan nieuwe, verrassende informatie, dan aan repeterende, voorspelbare informatie.

Vertaald naar gedragsverandering, is het van belang om terugkoppeling met onregelmatige intervallen te geven over de mate van behaalde verandering, door meerdere personen uit de omgeving. Voldoende aandacht is de sleutel om onbewust gedrag effectiever te veranderen.

Casus sneltoetsengebruik

Een voorbeeld om bovenstaande principes te illustreren, is het stimuleren van sneltoetsengebruik. Dit is gezonder en sneller dan het gebruik van de muis en heeft een goede business case gezien het grote aantal uren beeldschermwerk in organisaties.

Voor het winnen van de strijd met gewoontegedrag maken we gebruik van een technisch hulpmiddel: het softwareprogramma CtrlWORK. Dit digitale hulpmiddel attendeert beeldschermwerkers er dagelijks op om gedurende perioden van onafgebroken computergebruik de aandacht van het werk te halen. Tijdens die interventies toont CtrlWORK gedurende drie minuten op maat toegesneden sneltoetsencombinaties om het muisgebruik terug te dringen. (Muisgebruik beslaat 60 procent van de totale beeldschermwerktijd!)

Ook kan CtrlWORK andere content tonen, bijvoorbeeld krachtoefeningen om te herstellen van RSI-klachten. Deze interventies zorgen voor herstel van het concentratievermogen door verschuiving van de aandacht en daarmee voor tijdswinst. Een afdeling van vijftig personen wint er maar liefst twaalf en een half uur per dag mee!

Training door middel van CtrlWORK interventies kost dus geen tijd. ’s Ochtends, na opstarten van de PC, geeft CtrlWORK aan elke medewerker terugkoppeling over zijn of haar gemeten percentage muisgebruik.

Aandachtstrekkers

Het aanbieden van CtrlWORK alleen heeft echter een beperkt effect. Het is als zelf studeren zonder leraar en klasgenoten; je moet over veel discipline beschikken om dat op te kunnen brengen.

Vertaald naar het stimuleren van sneltoetsengedrag betekent dit, dat de arbocoördinator terugkoppeling geeft op individueel en groepsniveau. Dit doet hij op basis van de registraties in de centrale database over het muisgebruik van alle medewerkers. Van belang is dat de terugkoppeling onverwacht komt, zodat de boodschap meer opvalt. Deze onregelmatige intervallen kunnen verlopen via persoonlijk contact, email en SMS.

Een andere ‘aandachtstrekker’ is het voorbeeldgedrag van de leidinggevende, voor velen nou eenmaal de belangrijkste persoon op de werkvloer die u (on)bewust volgt in zijn gedrag. Als de leidinggevende zelf niet het voortouw neemt, dan zullen veel medewerkers ook niet met sneltoetsen aan de slag gaan.

De leidinggevende is een positieve aandachtstrekker

De leidinggevende is een positieve aandachtstrekker als hij er zelf actief mee aan de slag gaat, zijn ervaringen deelt met medewerkers en informeel medewerkers vraagt naar hun vorderingen.

Ervaringen

De eerste ervaringen bij twee organisaties waar met CtrWORK wordt gewerkt, laten zien dat medewerkers écht de stap gaan zetten naar het toepassen van sneltoetsen. Dalingen van 60 naar 40 procent muisgebruik blijken binnen drie weken mogelijk te zijn.

Een veel gehoorde reactie is: “Hoewel ik overtuigd was van de tijdwinst door gebruik van sneltoetsen, kwam ik er maar niet aan toe om ermee te beginnen. CtrlWORK gaf mij het laatste duwtje om écht te beginnen”.

Daarnaast zijn medewerkers competitief: “Ik ben al van 60 naar 35 procent muisgebruik gegaan. Mijn volgende doel is om onder de 30 procent te komen”. Een extra hulpmiddel is het softwareprogramma Keybert; een soort spiekbrief op het scherm met een lijst van sneltoetsen.

De uitdaging bij het daadwerkelijk veranderen van gedrag, is om te strijden tegen onbewuste prikkels. Om regelmatig en krachtig genoeg aandacht te trekken naar het nieuwe gedrag, is deze strijd echt te winnen!

Deel dit artikel