De kunst van het niets doen na traumatische gebeurtenissen
Agressie en intimidatie, Psychisch verzuim, Psychosociale arbeidsbelasting, Werkdruk en werkstress, Column, seksuele intimidatie, trauma

Vrijwel iedereen maakt vervelende of zelfs schokkende dingen mee. Dat wil nog niet zeggen dat er gelijk ook sprake is van een traumatische ervaring, of dat de situatie tot een posttraumatisch stresssyndroom (PTSS) leidt.
Toch wordt de term “trauma” in de pers en in het dagelijks taalgebruik vrij makkelijk gebruikt om nare situaties meer betekenis te geven. Door dit gemakzuchtige en overdadige gebruik van het woord, gaat de werkelijke betekenis van het begrip trauma verloren.
Het gebruik van medische termen in het dagelijks spraakgebruik leidt tot een zorgwekkende trend: door een gebeurtenis een trauma te noemen, wordt het gepsychologiseerd en lijkt behandeling noodzakelijk. Dat is echter onjuist en mag niet gebeuren. Een ‘echt’ (psycho)trauma is een zeer ernstige gebeurtenis, met bijbehorende ernstige symptomen.
Een posttraumatische stressstoornis is heel precies beschreven in DSM-5 (2013): een psychotrauma is psychisch letsel. Het is het gevolg van (seksueel) geweld, een bijna-dood, het daarvan getuige zijn, of een dreiging daarvan.
Ook het vernemen, dat een direct familielid door geweld is overleden staat in de DSM-5. Bovendien moeten de klachten meer dan vier weken aanhouden en in die periode niet zijn afgenomen.
Natuurlijk herstel
Na een schokkende gebeurtenis wordt gedurende de eerste vier weken iemand professioneel gevolgd en waar nodig begeleid. Uit breed wetenschappelijk onderzoek blijkt namelijk, dat van de mensen die een psychotraumatische gebeurtenis hebben meegemaakt, maar liefst 85 procent uit zichzelf herstelt, zelfs als je niets doet. De veerkracht van de meeste mensen is groot. Het siert een hulpverlener daarop te vertrouwen.
Hoewel klachten zich bijna altijd manifesteren, ontwikkelt gemiddeld ongeveer 15 procent na vier weken een PTSS. Deze mensen vertonen geen of niet genoeg tekenen van herstel en krijgen daarom een verwijzing voor een behandeling. Overigens kunnen er zich ook andere stoornissen ontwikkelen, zoals een stemmings- of angststoornis.
Er is geen duidelijk wetenschappelijk effect van vroeginterventies
De hulpverlener moet de moed, het lef en het vertrouwen hebben om een betrokkene zo weinig mogelijk actief te sturen, maar wel actief te volgen en zo nodig in te grijpen. De eerste vier weken zijn over het algemeen voldoende om tot volledig herstel te komen.
Bovendien is er vanuit wetenschappelijk oogpunt geen duidelijk effect van vroeginterventies. Wel zijn er aanwijzingen dat bij zeer ernstige klachten vroeginterventie, door bijvoorbeeld Eye Movement Desensitization and Reprocessing (EMDR), zinvol is. Voor het overige is het wetenschappelijk onderzoek duidelijk; er zijn geen positieve effecten van vroeginterventie te verwachten.
Commerciële belangen
Toch gaan veel marktpartijen al in de eerste vier weken over tot behandeling van een PTSS, die er formeel gesproken nog niet is. Dat heeft de schijn van strijdigheid tussen commerciële belangen en de richtlijn van GGZ Nederland.
In mijn praktijk is dat vaak problematisch, omdat werkgevers de medewerker maximaal willen helpen. Vanuit onwetendheid denken zij dat snelle interventies en behandelingen noodzakelijk zijn. Werkgevers voelen zich daarbij aangemoedigd door marktpartijen en de publieke opinie. Een werkgever kan immers worden ‘verdacht’ van te weinig te doen. Juridische claims zijn niet zeldzaam.
De psycholoog is verworden tot een wondermiddel voor alle problemen
Dit alles past in een maatschappij die maakbaarheid nastreeft en waarbij je ongemak snel moet verhelpen. De psycholoog is hierdoor verworden tot een wondermiddel voor alle problemen.
De keerzijde is, dat normale persoonlijke problemen tot object van behandeling worden gemaakt.
Daarmee ondermijn je ondertussen de veerkracht van een complete samenleving: de zelfredzaamheid wordt uitbesteed aan professionals.
Niets doen, actief volgen en even aankijken is de eerste en beste keuze. De reflex om direct een psycholoog in te vliegen, is een perverse prikkel om te helpen, maar genereert ook omzet. Een compleet opvang- en nazorgtraject kost tussen de 1000 en 2000 euro. Een EMDR of Imaginaire exposure behandeling kost 2000 à 3000 euro.
Organisaties die zowel de eerste opvang als behandelingen doen, worden verleid niet met de armen over elkaar te gaan zitten en niet te doen. De slager die zijn eigen vlees keurt.