Carinova begint altijd met de Cliënt

Onlangs haalde zorgaanbieder Carinova het nieuws omdat ze vernieuwend bezig zijn met de begeleiding en activering van medewerkers die verminderd inzetbaar zijn. Carinova gaat uit van de zelfredzaamheid van de minder inzetbare medewerkers, gebaseerd op de visie die ze hanteren voor hun eigen cliënten.

Moderne visie op zorg

Wie de website van Carinova opent, wordt meteen ‘verlicht’ door een aantal lampen. Misschien willen zij daarmee duidelijk maken dat er ook in de zorg voortdurend wordt vernieuwd. Carinova werkt met een moderne beproefde visie op zorg. Bij elke zorgvraag staat voorop hoe men de zelfredzaamheid van de cliënten kan vergroten door ze te activeren. Medewerkers leren hoe ze dat kunnen doen en ze weten ook heel goed waarom dat beter is voor de cliënt en bejaarde bewoner.

Cliënten kunnen zo meer de regie nemen over hun situatie. Deze activerende benadering kan ook heel goed werken voor medewerkers die minder inzetbaar zijn. Maar waarom leidt zo’n vernieuwende visie meteen tot weerstand, met name bij belangenbehartigers?

Op de website van Carinova lees je:

“De bedoeling van de organisatie Carinova is het leveren van goede thuiszorg en woonzorg voor cliënten, bewoners of revaliderende patiënten. De cliënten, bewoners of revaliderende patiënten met hun behoeften hebben tegenwoordig ook de regie over hun leven, de verzorging, het wonen en de financiering om dat te realiseren. Carinova organiseert dat er aan deze behoeften op innovatieve wijze invulling wordt gegeven door:

  • goede woonzorglocaties, moderne digitale technologie (Thuizz) en servicepaketten
  • inzetbare werkenden zoals zelfstandigen (ZusterPlus) met een overeenkomst van opdracht en werknemers met een arbeidsovereenkomst. Deze professionals zijn de leveranciers van inzetbare kwaliteiten.”

Alles gebeurt dus in dienst van cliënten, bewoners of revaliderende patiënten want zonder hen is er geen geld, geen Carinova en zijn er geen inzetbare professionals nodig.

De medewerker beoordeelt of zij het afgesproken werk (het rooster, de uren en de taken) volledig kan leveren of niet. Meestal is dat geen probleem, maar soms wel als ze bijvoorbeeld met vakantie wil, een bijscholing volgt, voor een ziek kind moet zorgen of als ze zelf ziek is. In al die gevallen is de medewerker niet (volledig) inzetbaar en ontstaat er een probleem dat om een oplossing vraagt.

De cliënt centraal

In de nieuwe situatie wordt bij Carinova aan verminderd inzetbare werknemers gevraagd om – zoveel als mogelijk is – de cliënt centraal te stellen. Zo werken de zelfstandige medewerkers aan hun zelfredzaamheid in een zelfsturend team op een volwassen wijze. Met de nadruk op “volwassen”, want hoe vaak worden medewerkers niet als kleine kinderen behandeld en mogen ze niet zelf hun problemen oplossen?

Als de medewerker (door ziekte) minder inzetbaar is, dan wordt haar gevraagd (als ze dat kan) om:

  • na te denken wat dit voor consequenties heeft en hoe lang het kan duren voordat ze weer volledig inzetbaar is;
  • na te denken óf ze zelf contact kan opnemen met de cliënten, patiënten of bewoners die op hun vaste hulp rekenen en de situatie met hen te bespreken. Soms komen ze samen tot een oplossing zoals het verplaatsen van de werkdag. Zo lossen ze een probleem op en voelt de medewerker zich geen probleemeigenaar maar oplossingseigenaar!;
  • na te denken over het waarborgen van de continuïteit van de zorg: welke collega kan het werk het beste overnemen of eventueel ruilen, gelet op de cliënten en hun wensen;
  • na te denken of ze nog inzetbaar is op andere uren of met andere waardevolle taken voor de cliënten of de collega’s;
  • na te denken of ze haar aanpak en mogelijke oplossingen kan bespreken met de leidinggevenden en kan omzetten in daden. Daarmee draagt ze bij aan het oplossen van de gevolgen van haar veranderde inzetbaarheid.

Van probleemeigenaar naar oplossingseigenaar

Op deze manier heeft de medewerker zich eerst ingezet om zoveel als mogelijk is waarde te creëren voor de cliënt of de collega’s. Het bijzondere is dat de medewerker dat voor haar thuissituatie met kinderen, echtgenoot, vrienden of buren hoogstwaarschijnlijk ook zo doet.

Verlofsoorten

Afhankelijk van de oorzaak van de verminderde inzetbaarheid kan de medewerker een beroep doen op een van de vele wettelijke verlofsoorten of arbeidsvoorwaardelijke regelingen.

Iedere verlofsoort of regeling kent zijn eigen voorwaarden en heeft ook andere financiële gevolgen voor de medewerker en werkgever, en uiteindelijk voor de cliënt. De cliënt of bewoner merkt dat er minder zorg of kwaliteit wordt geleverd en de organisatie merkt dat de kosten hoger worden en dat gaat weer ten koste van de te leveren zorg.

Arbeidsverzuim

De zieke werkneemster kan natuurlijk gebruik maken van het recht op arbeidsverzuim met loondoorbetaling, omdat ze een arbeidsovereenkomst heeft gesloten met Carinova. Daar wordt niet aan getornd. Als een minder inzetbare medewerker door bijvoorbeeld ziekte in overleg met cliënt of collega haar werk verplaatst of ruilt, dan is daar toch niets op tegen?

De vakbonden protesteren tegen deze nieuwe klantvriendelijke volwassen benadering van het probleem. En ze noemen het “sjoemelen” met de CAO.

De zelfstandige professional van ZusterPlus die haar arbeid verzuimt kan overigens naar haar centen fluiten als ze ziek is: “Geen arbeid, geen loon”.

Werknemersbelangen

Bij Carinova wordt de zorg voor de cliënt voorop gesteld en vakbonden zoals CNV en NU’91 lijken de belangen van de medewerker toch belangrijker te vinden getuige hun reactie. Daarin trekken ze fel van leer tegen de mogelijkheid om medewerkers te vragen mee te denken vanuit de behoefte van de cliënt.

De bedoeling van een vakbond is op te komen voor de werknemersbelangen, dat is evident. Maar het opkomen voor werknemersbelangen moet mijns inziens niet ten koste gaan van de mogelijkheid om waarde te leveren voor de cliënten en collega’s door een minder inzetbare medewerker. De organisatie mag dan toch ook een medewerker activeren om daar de regie te nemen?

Zoals het bevorderen van de zelfredzaamheid goed is voor de cliënten, zo is ook het bevorderen van eigenaarschap met betrekking tot inzetbaarheid het beste wat de medewerker zich kan wensen, dat is toch logisch? Innovatie van de zorg is ook goed bruikbaar voor de medewerker zelf.

Inzetbaarheid als service

 

Deel dit artikel