Bouwen aan een exclusief, inclusief land

Pas geleden lunchte ik met een Rotterdamse ondernemer. Eigenaar van een groot Rotterdams familiebedrijf in de food, met beide poten op de grond en met wortels die ver terug gaan in de tijd. Een bedrijf van voor en door Rotterdammers dat graag wil werken met mensen uit de regio. Waarvan de directeur/eigenaar naast een zakelijke inslag, ook een maatschappelijke missie heeft, iedereen heeft een talent en iedereen verdient een kans.
Alleen… waar hij tot voor een jaar 150 mensen vanuit de sociale werkplaats in een aparte ruimte in zijn bedrijf aan het werk had, is dat nu niet meer mogelijk. Het SW bedrijf kan ze niet meer aanleveren. Door allerhande wijzigingen in wetgeving in de laatste jaren, wordt het werkgevers (en de ondersteunende SW-bedrijven) onmogelijk gemaakt praktisch invulling te geven aan maatschappelijke betrokkenheid.
De ondernemer zag de meerwaarde van zijn SW-medewerkers. Ze leverden meer waarde op voor zijn bedrijf en zijn bedrijf leverde hen meer waarde. Ze deden mee, werden gezien en hun talent werd benut. Win-win.
Participatie van mensen met beperking afgenomen
Diezelfde avond op het NOS journaal, de evaluatie door het Sociaal Cultureel Planbureau over de participatiewet van 1 januari 2015: de participatie van mensen met een beperking is afgenomen van 50 naar 33 procent en de baanzekerheid is gedaald. Na drie jaar en negen maanden is bewezen dat we op de foute weg zitten. Ondanks alle – ongetwijfeld goede – intenties.
Op donderdag het eerste gerucht dat het plan, om arbeidsgehandicapte mensen onder het minimumloon te betalen, zou worden ingetrokken. Onder enorme maatschappelijke druk, mede door een taaie voorvechtster uit Roosendaal die het probleem een ‘gezicht’ gaf. Bijzonder eigenlijk, want dit voorjaar deelde het CPB al dat de maatregel geen banen zou opleveren en te complex was. En vrijdag kwam het kabinetsbesluit hierover: het voorstel is ingetrokken.
De eerste zwaluw
Maar laten we dit intrekken van het besluit vooral als een eerste zwaluw zien. De eerste in drie jaar en negen maanden wel geteld (en de zomer is haast voorbij). Er moet dus nog een hoop gebeuren in de komende maanden om het in 2019 echt zomer te laten worden.
De kern van het probleem is namelijk dat we als maatschappij de essentiële discussie moeten durven voeren over wat voor land we willen zijn over vijf of tien jaar. De snelle digitalisering en robotisering, maar ook de 2,5 miljoen laaggeletterden die de boot dreigen te missen, dwingen ons daartoe.
En tot dat moment, wat voor land willen we worden? En zetten we elke stap op weg naar waar we willen zijn? Een land van exclusief of inclusief, een land van meedoen of buitensluiten, een land van maximalisatie of optimalisatie, een land van talenten of een land van “cans” en “cannots” en “have” en “have nots”.
Doen we dat niet, dan blijkt de draai van vrijdag niet meer dan een dooie mus. Hebben we wel gedraaid, maar zijn we niet gekeerd. En dat is wat nodig is: keren halverwege.
Bouwen aan een exclusief, inclusief land
Laten we samen bouwen aan een exclusief inclusief land. Waar iedereen mee kan doen, waar we ons maximaal inspannen om het optimale te bereiken, waar we natuurlijk meedoen en vertrouwen centraal stellen. Een land waar we weten dat de toekomst misschien onzeker is, maar waar je zeker weet dat je mee mag doen naar vermogen. Waar je geholpen wordt, indien dat nodig is, waar je deel mag uitmaken van en je gezien en geaccepteerd wordt zoals je bent.
Ik hoop van harte dat dit voorwoord door iemand binnen de Rotterdamse publieke sector of haar bestuur wordt opgepakt. Die de mouwen opstroopt en zegt “geen woorden maar…” en die mij of de ondernemer morgen belt en zegt: “We gaan dit oppakken en ervoor zorgen dat er binnen drie maanden minimaal 50 Rotterdamse mensen met een beperking bij jou aan het werk zijn”. Een voorbeeld voor de rest, een voorbeeld dat doet volgen.
>>> Lees ook: “Hoe creëer je een duurzaam meedoen”, Jaap Jongejan