Als je collega kanker heeft

30.000 werknemers krijgen jaarlijks de diagnose kanker. Hoe ga je hier als collega of als werkgever mee om?
Veel mensen vinden het ontzettend moeilijk om een gesprek aan te knopen met een collega met kanker. Ze weten vaak niet wat ze moeten zeggen en slaan de plank soms ook volledig mis.
In dit artikel geef ik u als ervaringsdeskundige van Stichting Do Some Good 7 waardevolle tips of beter gezegd do’s en don’ts voor collega’s en leidinggevenden van een werknemer met kanker.
Tip 1 – Ze heeft al genoeg aan haar hoofd, ik laat haar maar met rust
Ook al heeft jouw collega met kanker inderdaad meer dan genoeg aan haar (of zijn) hoofd, het blijft altijd fijn om iets te krijgen of te horen van je collega’s. Het gaat er veel meer om wát je doet.
Do: Stuur een kaartje, een bloemetje of een e-mail en bij voorkeur níet alleen vlak rondom de diagnose, laat ook daarna nog van je horen.
Don’t: Niks doen of onaangekondigd op bezoek komen.
Tip 2 – Hoe is het, alles goed?
Je komt je zieke collega tegen en stelt deze vraag in de hoop dat je een positief antwoord krijgt. Daarmee creëer je (onbewust) een drempel om iemand te laten vertellen hoe het echt gaat.
Don’t: Stel deze vraag nooit en passant ‘in de wandelgangen’ als je eigenlijk helemaal geen tijd hebt om naar het antwoord te luisteren.
Do: Als je echt graag wilt weten hoe het met je collega gaat, laat dan in ieder geval de toevoeging “alles goed?” weg; hiermee suggereer je namelijk dat je eigenlijk alleen maar iets goeds wilt horen. En neem vervolgens ook de tijd om met volle aandacht naar je collega te luisteren. Als je geen tijd hebt, zeg dan bijvoorbeeld liever: “Fijn om je weer te zien, fijne dag nog!”
Tip 3 – Mijn tante heeft ook kanker gehad…
Zodra mensen in gesprek raken met iemand die kanker heeft, in dit geval een zieke collega, zijn ze heel snel geneigd om eigen ervaringen te delen, helaas meestal op een nogal onbeholpen manier.
Don’t: Iets vertellen wat nog erger is en waar je collega totaal niet mee geholpen is, bijvoorbeeld: “Mijn tante is daaraan overleden”, of: “Oh, je hebt pijn in je buik, ik had gisteren ook vreselijke buikpijn”.
Do: Als je iets vraagt, luister dan ook echt en deel alleen jouw eigen ervaringen als je collega hierbij gebaat is.
Tip 4 – Positief blijven denken!
Hoe waar het ook mag zijn en hoe goed het ook is bedoeld, dit is een van de meest lege aanmoedigingen die je kunt geven.
Don’t: Hoe deze boodschap wordt ontvangen, ligt er helemaal aan wie het zegt. Als je een goede vriendschappelijke relatie hebt met je herstellende collega en jullie spreken elkaar regelmatig of je hebt zelf iets soortgelijks meegemaakt, dan kan zo’n oppepper goed doen.
Maar het kan ook helemaal in het verkeerde keelgat schieten. Zeker als de relatie uitsluitend een zakelijke is en nogal afstandelijk. De kans is groot dat een aanmoediging als deze eerder een negatieve reactie uitlokt, zoals: “Je hebt geen idee waar ik mee zit, jij hebt makkelijk praten”.
Do: Zeg liever iets in de zin van: “Ik wens je veel sterkte toe, hou je goed”.
Tip 5 – Ik heb input gekregen van je collega’s over je huidige functioneren
Als leidinggevende probeer je een beeld te krijgen van hoe je zieke medewerker na terugkeer weer op de werkvloer functioneert.
Don’t: Als je het vertrouwen van je herstellende collega wilt verzwakken, dan moet je hem of haar vooral laten observeren door collega’s, die vervolgens aan jou moeten rapporteren. Je plaatst collega’s hiermee niet alleen in een uiterst lastige positie, je zorg er ook voor dat de zieke collega zich helemaal alleen voelt staan.
Do: Praat zelf met de herstellende collega! Neem hiervoor alle tijd, stel goede vragen en houd spontane reacties van andere medewerkers in je achterhoofd.
Tip 6 – De Wet verbetering Poortwachter vraag om een eerstejaarsevaluatie
Omdat een kankerpatiënt al heel wat tijd kwijt is aan behandelen en herstellen, komt dit moment voor velen al erg snel.
Don’t: Werkgevers die een UWV-sanctie willen voorkomen, spelen vaak op zeker en zetten snel een spoor 2 (sollicitatie) traject in. Wanneer iemand net enkele maanden weer aan het werk in, zal een dergelijk traject flink remmend kunnen werken en is daarom niet aan te raden.
Do: Neem pas een beslissing over de voortgang op het moment dat duidelijk is dat de zieke collega niet meer kan terugkeren. Zorg voor meer tijd en als je nog steeds twijfelt; regel dan een combi-traject, waarin eerst de focus ligt op terugkeer naar eigen werk (spoor 1) en pas daarna eventueel gekozen wordt voor spoor 2.
Tip 7 – Eerst geld verdienen, daarna aandacht voor de re-integratie
Aandacht voor de re-integratie van een herstellende collega verdwijnt bij veel bedrijven al snel onderop de stapel. We moeten namelijk eerst zorgen dat de schoorsteen blijft branden.
Don’t: Het is uitermate onverstandig om re-integratie geen prioriteit te geven. Besteed je hier als werkgever weinig aandacht aan, dan stijgt de kans dat de re-integratie van de betroffen medeweker juist langer duurt en dus duurder wordt.
Bedenk dat een sanctie van het UWV kan oplopen tot één jaarsalaris plus werkgeverslasten. Wordt iemand ook nog eens onnodig ‘afgekeurd’, komt hij of zij mogelijk in aanmerking voor een WGA regeling en kunnen de totale lasten voor de werkgever tot ruim € 100.000,- stijgen.
Do: Het is dom als je aan de ene kant hard werkt om geld binnen te halen en aan de andere, vaak niet zichtbare kant, stroomt het er met bakken uit. Als werkgever moet je je zo vroeg mogelijk afvragen hoe je een herstellende medewerker het beste kunt helpen en begeleiden.
Mijn ervaring is dat werkgevers die hier van meet af aan veel aandacht aan besteden, zich sneller realiseren wanneer ze externe hulp nodig hebben en deze ook durven in te roepen.
Hierdoor besparen ze uiteindelijk meestal veel geld en tijd. Maar bovenal doen ze alles wat in hun macht ligt om hun zieke of herstellende collega te helpen en dát is het allerbelangrijkste.