Arbomarkt kiest definitief voor verlengde arm bedrijfsarts

Arbomarkt kiest definitief voor verlengde arm bedrijfsarts

21 september 2015
Bedrijfsarts

Uit het jaarlijkse onderzoek onder arbodienstverlening in Nederland, dat in juni van dit jaar weer door HR Navigator is uitgevoerd, blijkt dat het werken onder de ‘verlengde arm’ van een bedrijfsarts veel terrein heeft gewonnen. Bij 62,9 procent van de onderzochte aanbieders werkt de casemanager inmiddels onder gedelegeerde verantwoordelijkheid van de bedrijfsarts. Dit was vorig jaar nog maar 48 procent, een forse stijging dus.

Hoe is casemanagement ook al weer ontstaan? Met de introductie van de Wet Verbetering Poortwachter in 2002 is het begrip casemanagement geïntroduceerd. Formeel gezien is de casemanager de procesverantwoordelijke bij of namens de werkgever.

Demedicaliseren toverwoord

Met de liberalisering van de Arbowet in juli 2005 is de markt helemaal open gebroken. Verzuimbedrijven in vele gedaanten kwamen op in de markt en demedicalisering werd zo ongeveer het toverwoord.

De casemanager zat al snel eerste rang en de dure dokter werd (en wordt?) vooral zo laat mogelijk ingeschakeld. De aandacht voor verzuim en arbeidsongeschiktheid is in die periode enorm toegenomen.

De verzuimcijfers en de WIA-instroom zijn tegelijkertijd fors afgenomen. Kortom: iedereen tevreden, toch?

Gelukzoekers en wantoestanden

Niets is minder waar, want zoals met zoveel nieuwe markten, kwamen er rasechte cowboys en andere gelukszoekers op het blinkende goud af. En een ware cowboy interpreteert het recht meestal op zijn eigen wijze…

De eerste geluiden over wantoestanden kwamen al snel boven. Werknemers zouden onder druk gezet worden om snel weer aan het werk te gaan. Niet-medici stelden vergaande medische vragen over de verzuimoorzaken en oordeelden vervolgens over het wel of niet arbeidsongeschikt zijn.

Vooral de FNV en het CBP hebben serieus werk van gemaakt van deze signalen. Maar pas nadat Zembla haar eerste uitzending in april 2012 had uitgezonden, is het balletje pas echt gaan rollen.

Keuzestress? Vergelijk gratis de beste 45 arbodiensten

Jij vertelt wat je zoekt, wij regelen de rest

✓ De beste arbodiensten al voor je geselecteerd
✓ Enige onafhankelijke arbodienst vergelijkingssite
✓ Persoonlijk advies van dé arbo experts
✓ Meer dan 21.462 klanten
✓ Snel 3 offertes van de beste arbodiensten

Keuze Arbodienst

Markt van oplichters?

Zembla liet een voorbeeld zien van een middelgrote nieuwe speler in de markt waar het op meerdere fronten niet goed ging.

Onder druk van met name retailwerkgevers met kleine marges, werden goedkope abonnementen gesloten waarbij de – niet-medische – casemanager als bok op de haverkist de medewerkers vanaf de eerste dag achter de broek aan zat.

Deze ‘casemanagers’ vroegen expliciet medische gegevens uit. Bedrijfsartsen werden onder druk gezet om medewerkers vooral snel (deels) arbeidsgeschikt te verklaren.

Als klap op de vuurpijl werd dit alles onomwonden geregistreerd in een verzuimsysteem waarvan de beveiliging niet geheel op orde was.

Dat dit vervolgens resulteerde in beeldvorming als zou ‘de arbomarkt’ een grote groep cowboys, graaiers en oplichters zijn die zich laten leiden werkgevers die continu hun medewerkers over de kling jagen, is apert onjuist.

Dit beeld behoeft wat ons betreft een flinke nuancering: aan de kant van de werkgevers én aan de kant van de arbodienstverleners.

De meeste werkgevers hebben echt het beste met hun medewerkers voor en geven voldoende ruimte, budget en support bij herstel en re-integratie. En verreweg de meeste arbodiensten begeleiden zowel medewerker als werkgever op verantwoorde manier bij verzuim en arbeidsongeschiktheid.

Privacynormen

We zien wel dat het in de praktijk vrijwel onmogelijk is om op een goede manier om te gaan met de privacynormen in Nederland. Bij de ziekmelding vraag je als goed werkgever immers hoe het ermee gaat.

De medewerker vertelt dan meestal gewoon wat er aan de hand is. Deze informatie mag je echter niet registreren en al helemaal niet gebruiken om de arbodienst aan te sturen.

Dus als een medewerker aangeeft moe te zijn, het even niet ziet zitten en slecht slaapt, dan mag je hier eigenlijk niets anders mee dan een blanco melding zonder enige context doorgeven aan de arbodienst. Die moet zelf maar uitzoeken wat er aan de hand is.

Als werkgever hoor je vervolgens alleen maar of de medewerker arbeidsongeschikt is of niet, wat hij nog wel kan, wanneer je hem terug mag verwachten en of er een interventie gewenst is, niet welke.

Verlengde arm bedrijfsarts

Terug naar de niet-medische casemanager. Formeel was deze professional dus alleen maar de procesbewaker. En die heeft exact dezelfde restricties als de werkgever en mag dus ook niets vragen en registreren over de verzuimoorzaak.

Een groot deel van de verzuimbedrijven had en heeft zo’n niet-medische casemanager in dienst en moest dus een antwoord vinden op dit vraagstuk. Dit antwoord lijkt nu definitief gevonden te zijn in de verlengde arm constructie.

De nog steeds niet-medische casemanager werkt dan formeel onder de gedelegeerde verantwoordelijkheid van de bedrijfsarts en mag daarmee ineens wél medische vragen stellen en registreren.

Bedrijfsarts terug op de loonlijst

Uit het onderzoek blijkt verder dat steeds meer arbodienstverleners toch weer een bedrijfsarts op hun loonlijst hebben en dat deze gemiddeld bijna acht uur per week besteedt aan het begeleiden van ‘zijn’ casemanagers.

Stel dat deze bedrijfsarts tien casemanagers onder zijn hoede heeft, dan is dat ruim drie kwartier per casemanager per week. Met 4 procent verzuim en 2.250 medewerkers in portefeuille, heeft de gemiddelde casemanager ongeveer negentig lopende dossiers onder zijn hoede.

Maar, slechts een klein deel van deze dossiers duurt langer dan twee weken, dus theoretisch gezien heeft de bedrijfsarts best veel tijd om samen met de casemanager de complexere dossiers door te nemen.

Wat wel opvalt is dat minder dan 25 procent van de casemanagers een medische opleiding of achtergrond heeft. Hun rol in het medische deel van de verzuimbegeleiding is echter zeer groot.

Er zijn bijvoorbeeld arbodiensten waar de casemanager op afstand een WvP-probleemanalyse maakt uit naam van de bedrijfsarts. Het oordeel over wel of niet arbeidsongeschikt ligt hiermee steeds meer in de handen van deze casemanager.

Verlengde arm model veel voordelen

Het verlengde arm model heeft veel voordelen. Het is goedkoper – de casemanager kost gemiddeld € 101,– en de bedrijfsarts € 161,50 – er is actie vanaf dag één en niet pas in de zesde week.

En tot slot, de begeleiding valt nog verder te automatiseren door de casemanager met behulp van triagesystemen. Deze systemen fungeren als ondersteuning bij het beoordelen van verzuimmeldingen.

Ook kan men gebruik maken van Employee Self Service waarbij de werknemer via een app of online vragen over zijn belastbaarheid moet beantwoorden.

Ook de mogelijke besparing op de verzuimkosten is niet mis. Want, als je een medewerker pas in de vierde week oproept voor het spreekuur van de bedrijfsarts, dan betekent dit dat je als werkgever feitelijk zo’n € 4.500,– aan loon en andere kosten accepteert.

Dat is anders als je al op dag één van het verzuim in actie komt. Je kunt tegen relatief weinig kosten vier weken eerder ingrijpen als er extra inzet nodig is.

Daarnaast minimaliseert eerder ingrijpen het grijze c.q. zwarte verzuim. En als je beseft dat een verzuimde werkdag in Nederland gemiddeld tussen de € 100,– en € 250,– kost, dan is deze vervroegde inzet snel terugverdiend.

Het vermeende tekort aan bedrijfsartsen wordt met de prominente inzet van de casemanager in elk geval deels opgelost. Kortom, het is dus logisch dat de markt dit model heeft omarmd als meeste geschikt model voor arbodienstverlening.

Terug naar medisch model?

De arbodiensten handelen nu dus juridisch correct en hebben daarmee een passend antwoord gevonden op het Zembla-debacle en de privacyrichtlijnen van het CBP.

Toch knaagt bij ons de vraag of de ingeslagen weg wel de goede is. Uit ons onderzoek blijkt namelijk dat de arbodiensten niet investeren in het vergroten van de medische kennis bij de casemanager.

Minder dan één op de vier casemanagers heeft een medische achtergrond. En wíllen we eigenlijk wel dat een niet-medicus of een geautomatiseerd systeem een oordeel velt over onze arbeidsongeschiktheid?

Impliciet is de markt met de definitieve doorbraak van de verlengde arm terug bij een medisch model zoals dat voor 2005 usance was, maar dan nu zonder medicus. En of dat nu de bedoeling is…