Van de straat geplukt

Het valt me op dat professionals graag terugvallen op het geschreven woord. Daar staat het, de theorie, zwart op wit, in dikke boeken beschreven. Mijn cliënten vinden het ook fijn, dat ze iets over de theorie kunnen lezen.
Mijn theorie is dat je kennis op straat kunt vinden, het ligt voor het grijpen. Alleen een kwestie van kijken. Eén dag met het openbaar vervoer en je hebt alweer je rugzak aangevuld met kennis over menselijk gedrag.
Een voorbeeld uit de recente praktijk.
Op weg naar een training in Amsterdam. Ik had de trein genomen en gezien de bouwput daar, besloot ik om de rest maar te lopen. Het was mooi weer, ik had normaal schoeisel aan, alleen was het enorm sleuren met mijn kingsize Samsonite koffer. Ik had besloten eens flink uit te pakken die dag. Toen het zweet bijna mijn rug afdroop, was de redding nabij. Nog één stoplicht…
Terwijl ik het zebrapad overstak, zag ik in de verte al zo’n Amsterdamse vrouw lopen: donkere legging en truitje met tijgerprint. Ondanks mijn Samsonite liep ik harder dan zij liepen. U leest het goed, meervoud, want zij liep samen met haar hondje. Beter gezegd, zij probeerde haar kleine lichtbruinharig mormeltje aan het lopen te krijgen.
De hondenriem was strak aangespannen en het beestje had zijn pootjes in een hoek van 45 graden achterwaarts staan. Je hoorde de nageltje over het trottoir schuren, want dit dier had besloten geen poot, maar dan ook geen poot naar voren te zetten. Baasje maar trekken. Totdat zij eindelijk het riempje liet vieren. En jawel hoor, daar kwamen de pootjes weer loodrecht onder het lijfje en parmantig trippelde het hondje zijn baasje voorbij. Staart recht omhoog.
Reactief gedrag omgezet naar proactief gedrag. Daar heb ik geen boek voor nodig.
Op de terugweg kwam ik weer in een levende theorie terecht kwam. Die terugreis was door een vertraging een hel, alsof je in een levend massagraf terecht was gekomen. Voor de laatste overstap had ik de lift nodig, omdat mijn koffer dermate proporties had dat traplopen onverantwoord was.
Ik was niet de enige die een lift nodig had. Een vrouw op leeftijd liep op krukken te sjorren met haar zware schoudertas. Ik voelde me plots niet meer zielig. Beleefd liet ik haar voorgaan, zodat ik in elk geval niet met mijn kingsize Samsonite koffer over haar krukken zou struikelen.
Vlak voordat de deur zich sloot, kwam nog een hele delegatie uit een Afrikaans continent binnen onder luid en onverstaanbaar geroep heen en weer. Uiteindelijk zat de lift propvol. Net op het moment dat de deuren zich wilde sluiten, drukte de vrouw met de krukken hulpvaardig op het icoontje met twee pijltjes naar buiten, waarop de deuren weer open gingen. Tergend langzaam. Ik ademde diep in en probeerde aan leuke dingen te denken. Of dat doodgaan erger is.
De deuren zouden zo dichtgaan. En wéér. Wéér op precies het moment dat de deuren dichtgingen, drukte een vinger op dat verdomde icoontje. Nu was het iemand van de Afrikaanse delegatie.
Weer gingen die klote deuren open. In plaats van dicht. Snapte nu niemand hoe dit werkte? Ten einde raad riep ik in die ruimte: “Mensen, niets doen, alstublieft. Niets doen. Die deuren gaan vanzelf dicht!”
Trein gemist natuurlijk. Wel weer theorie erbij: Laten is soms effectiever dan handelen.