Postuum

Regelmatig zit ik achter de computer te googelen op mijn naam. Dan wil ik weten hoe bekend ik ben. Hoe vindbaar op internet. Dat schijnt een positief effect te hebben.
Bekendheid is helemaal belangrijk geworden sinds ik van een uitgever heb begrepen dat mijn columns pas door een breed publiek zullen worden gelezen wanneer ik een Bekende Nederlander ben, en dan de moeite waard zijn om uit te geven.
Dus is het zaak om snel bekend te worden. Voordat het te laat is.
Nu is het elke keer weer schrikken wanneer ik bij het intikken van mijn naam in de zoekmachine mijn eigen overlijdensadvertentie tegenkom: “Intens bedroefd om haar heengaan, maar dankbaar dat zij niet meer hoeft te lijden, nemen wij afscheid van onze Wilma, Wilma den Haas“.
Elke keer moet ik dan iets verder en iets beter lezen om erachter te komen dat het niet om mij gaat. Gelukkig, ik ben niet dood! Gelukkig. Want ik leef graag. En dat is best een spanningsveld. Als graag levend wezen te weten dat de dood bestaat.
Jonge kinderen schijnen zich op een bepaalde leeftijd bewust te worden van de tijdelijkheid van het bestaan. Tot die tijd is het leven een eeuwig gegeven waarin alleen geleefd kan worden.
Het moment van dit besef en het verwerken ervan kan kort of lang zijn. Bij mij duurde het maanden herinner ik me. Door het besef van eindigheid verloor het leven zijn glans. Langzaam pakte ik het weer op totdat dit besef vervaagde en werd vergeten.
Als volwassene gaat ons dit evenzo. We leven ons leven graag. We worden niet graag geconfronteerd met de dood. Tenminste, dat geldt voor de meesten onder ons. We houden van leven en we worden opgevoed, geschoold en getraind om te blijven leven. ‘Vitaal ouder worden’ of ‘Een lang leven binnen uw handbereik’. Deze boodschap wordt in verschillende vormen gegeven.
Maar wie leert ons te sterven? Wanneer komt de cursus ‘Hoe ga ik dood’ of een miniworkshop ‘Sterven in zeven stappen’? Wordt het opgenomen in een vakkenpakket. Voor mijn part een schriftelijke LOI-cursus ontwikkeld waarin je digitaal wordt begeleid bij het onder de knie krijgen van deze vaardigheid.
Want lastig is ie. Mij is het tenminste tot op heden niet gelukt dit goed te kunnen. Dus worstel ik als aankomend sterveling hiermee. Dan begin ik bijvoorbeeld de dag met het eind voor ogen.
Maar dat werkt niet. Dan word ik alleen depressief. Of ik probeer me elk moment te realiseren dat dit het laatste moment kan zijn. Ook dat heeft geen effect.
Soms kijk ik of het me lukt om een voorstelling te krijgen van als ik er niet meer ben. Dat lukt nog wel een beetje. Maar zodra ik me moet voorstellen waar ik dan zélf zou kunnen zijn, dan kom ik er niet meer uit. Dan val ik in een zwart gat.
De enige gedachte die helpt, is dat sterven de keerzijde van leven is. Het één niet zonder het ander kan.
Sinds kort heb ik echter een nieuw lichtpuntje gevonden. Misschien word ik wel postuum Bekende Nederlander. Blijf ik toch een beetje leven.
De columns van Wilma de Haas zijn in 2014 gebundeld en uitgegeven onder de titel ‘K-Therapie’. Het boek is te bestellen via o.a. Bol.com