Poortwachters

Wij hebben thuis twee honden. Cuby, een langharige Jack Russell, en Jogan, een Zwitserse witte herder die vorig jaar voor één nachtje kwam, mijn hart heeft gestolen en sindsdien bij ons woont.

Cuby is een doorgedraaid turbokonijn. Alsof de Duracell batterijen nóg beter zijn geworden. Cuby heeft zich tot hoofdtaak blaffen toebedeeld, wat mij soms stapelgek maakt. Elke voorbijganger wordt in een níét bij te houden snelheid aangevlogen en afgeblaft. Aan de achterkant ziet hij er dan net uit als een Mini Cooper. Laag en breed. Met de banden iets naar buiten gedraaid.

Ook bezoekers, zoals mijn cliënten, worden verwelkomd door Cuby. De eerste kansberekening vindt bij mij plaats aan de poort. Afhankelijk daarvan neem ik ze in traject. Wat doen ze? Laten ze zich afschrikken of niet? Gaan ze over het aangespannen draadje vallen of niet?

De eerste kansberekening vindt bij mij plaats aan de poort

Wanneer mijn cliënt hier zelfstandig, zonder enige coaching van mij doorheen komt, is hij met vlag en wimpel geslaagd. Die mag bij mij in traject. Daarvan weet ik: dit wordt een geslaagd traject.

De cliënten die ik door Cuby heen moet loodsen, zitten vaak in een meer kwetsbare positie. Dan sta ik door de half geopende deur te roepen: “Kom maar. Hij doet niets. Let je nog op het draadje?” Of ik zeg dat laatste niet, omdat ik me die dag de pret niet wil ontnemen van iemand die daar bijna over struikelt. Sorry, maar ik blijf dat komisch vinden.

Wanneer de cliënt eenmaal op ons terrein is, verandert Cuby compleet van gedrag. Wat dat betreft is het net een Bounty. Van buiten anders dan van binnen. Van binnen is het namelijk een scheetje. Een onderdanig hondje. Geeft zich volledig aan mijn cliënt over door voluit op zijn rug te gaan liggen, pootjes omhoog, zijn resterende mannelijke delen onbeschermd en onbeschaamd tonend. Voor mij vaak het meest genante moment van de kennismaking, omdat ik me dan nét wil voorstellen met een “Hallo. Ik ben Wilma en dit is Cuby, onze hond”. De volgorde is in de praktijk altijd andersom: “Hallo. Dit is Cuby en ik ben Wilma, jouw coach”.

Hij blaft niet en hoeft zijn ballen niet te laten zien om respect af te dwingen

Sinds wij er een Zwitserse witte herder bij hebben, nog een échte reu, wordt de selectie aan de poort nog strenger. In plaats van één staan er twee honden op het terrein, waarbij Jogan van een totaal andere orde is. Jogan is namelijk een echte leider. Vreemdelingen en nieuwelingen worden niet als vijanden gezien. Hij blaft niet en hoeft zijn ballen niet te laten zien om respect af te dwingen. Dat dwingt hij alleen al af door er gewoon te zijn. Het enige wat Jogan doet, is zitten en kijken. Zonder een kik te geven. Bezoekers worden rustig begroet door een vriendelijke hond die kwispelt met zijn grote staart. Niks op de rug liggen met onderdanig gedrag.

Nee. Jogan blijft honderd procent zichzelf en maakt geen gebruik van statuswisselingen in het communicatieproces. Bij Jogan kan ik mij ook altijd als eerste voorstellen en worden de rollen niet omgedraaid in een wedstrijd om wie het belangrijkste is. Daarmee maakt Jogan het mijn cliënten niet moeilijker dan het al is en ondersteunt ze tijdens deze selectietest. Inderdaad, een echte leider.

Achter hebben we ook nog eens drie paarden staan. Die haal ik pas naar voren wanneer ik iemand verder wil testen op zijn gedrag. Maar dat is een andere interventie. Als start zijn twee poortwachters voldoende.

Deel dit artikel