Overpeinzingen na Cuba

Net terug van Cuba. Let wel, het was een bijscholing, dus verantwoord en daarmee bleef mijn vliegschaamte op acceptabel niveau. Helaas werd de trip niet gesponsord, de pharmacie heeft immers geen boodschap aan bedrijfsartsen.

Terug dus van een soort tropisch Oostblok. Cuba is een staat in schitterend verval, een tropisch paradijs achter matglas. Onze groep bedrijfsartsen met aanhang bleek verassend leuk en de organisatie door Occure was zoals eerder weer impeccable, dank Jos!

“En wat heb je dan geleerd?”, vraagt u zich natuurlijk direct af.

In zijn lang verguisde, maar weer in ere herstelde meesterwerk: ‘De opkomst van de massamens’, schrijft de Spaanse filosoof Jose Ortyga de Gassett over de “synoikismos”: het besluit om samen te gaan leven.

In bredere zin is dit de overgang van platteland naar de stedelijke manier van leven. Nog breder: het is het de vorming van een meer abstracte vorm van samenleven, namelijk de vorming van de staat als overkoepelende eenheid waarin wij leven en ons beste beentje voor zetten.

De vorming van Cuba als staat is een lange en roerige postkoloniale weg geweest. Eenmaal stabiel is er een voor buitenstaanders slechts deels zichtbare macht die de behoefte aan samenleven niet meer versterkt, maar min of meer afdwingt.

Het bedrijf is een kleine staat die besluiten kan nemen voor zijn medewerkers

Als toerist verplaats je je, begeleid door een heel vriendelijke en capabele ‘Reiseführer‘ van staatswege, van toeristenfuik naar toeristenfuik, waarbij overigens de fuiken veel minder opdringerig zijn dan in bijvoorbeeld Amsterdam. Tussen de mazen door zie je van de maatschappij wat je denkt te zien.

Je kunt een bedrijf ook als een synoikismos zien. Min of meer vrijwillig leven of werken mensen samen en geven macht aan de abstracte entiteit die we bedrijf noemen. Je ziet dat terug in de taal: “Ik werk voor bedrijf X Namens mijn werkgever verzoek ik je om… Ons bedrijf staat voor… Wij gaan reorganiseren en we gaan x mensen ontslaan”.

Het bedrijf is een kleine staat die besluiten kan nemen voor zijn burgers of medewerkers. We leveren een stuk vrijheid in om inkomen en werk, en – in de beste situaties – erkenning, groei en betekenis terug te krijgen. Hoe deze ‘samenleving’ in een bedrijf vorm krijgt, wisselt sterk. Dat heet managing en cultuur.

Er zijn bedrijven die meer op Cuba lijken dan op Nederland en andersom. Het ging in de bijscholing om de gezondheidszorg in Cuba. Die is fantastisch!… als ik alle lezingen goed begrepen heb. Het was telkens weer bijzonder als een van de ons toegewezen “professores” aan het eind van elke lezing het woord nam en het zojuist vertelde nog eens door de ideologische mangel haalde.

De gemiddelde leeftijd waarop de bewoners van Cuba sterven ligt iets onder die in de VS. Dat is natuurlijk geweldig knap, in een land met een economie die gelijk is aan Namibië (levensverwachting 64).

Maar goed, in de Dominicaanse republiek met een bruto nationaal product van de helft van Cuba, ligt de levensverwachting even hoog. Dus hoe knap is het? Hoeveel geld moet je in de gezondheidszorg pompen om langer te kunnen leven? En… waar worden de gelden aan besteed?

Er zijn op Cuba meer artsen dan verpleegkundigen en de zorg is gratis en dicht bij huis georganiseerd. De nadruk ligt op preventie, voorlichting en check ups. Overleg tussen de professionals borgen een fijnmazig gezondheidsdenken.

De arts had de berustende blik van een zeeschildpad: mijn tijd zal ’t wel duren

Helaas hebben we geen patiënten gezien, op een of andere manier waren die niet aanwezig toen wij er waren.

De werkplek waar de family doctor al achttien jaar zijn werk deed voor en in zijn wijkje, leek qua sfeer en comfort verdacht veel op een werkplek die ik eens had in het midden van een fabriekshal en ik een goed gesprek moest voeren, terwijl de grote bakken met cement over de plafondrails ratelden.

De onderzoeksbank bij de beste collega was abattoir-waardig. De arts in kwestie had de berustende blik van een zeeschildpad: mijn tijd zal ’t wel duren.

Aan alles is tekort op Cuba. Er is geen zeep, er zijn geen punaises. Liever wc-papier dan een euro. Met dank aan Trump en zestig jaar geleide economie. Mooi was de creativiteit en de hoge mate van recycling die je overal ziet, culminerend in schitterende Amerikaanse klassieke auto’s en (bijna!) mooie Lada’s uit de jaren 80, de tijd waarin de Sovjet Unie Cuba nog aan het infuus had.

Liever wc-papier dan een euro

Je hoort mij niet zeggen dat armoede gelukkig maakt. Op lijstjes van GELUK is het lastig zoeken naar Cuba, al zien we dat Cubaanse kinderen redelijk scoren in de middenmoot (Nederland staat op elke lijst hoog, wat zeuren we nog!).

En wat een mooi land is het, warm en vochtig. Voor onze gezondheidszorg is er wel wat te leren denk ik.

Even een mening tussendoor: ik vind dat onderwijs de sleutel is tot gezondheid, plus een acceptabel verschil in inkomen. Door kennis en een sociale cohesie pakken we alles wat nodig is voor gezondheid: preventieve acties, goede individuele keuzes en synoiskismos: de wens om met elkaar te leven en een groter geheel te accepteren. Wel prettig als dat grotere geheel niet te dwingend en onderdrukkend is.

Ik vind dat onderwijs de sleutel is tot gezondheid, plus een acceptabel verschil in inkomen

Laten we er vanuit gaan dat het zo is: het uitgangspunt is dat gezondheid van mensen zeer belangrijk is en dat preventie de sleutel is. Het aandeel van het Bnp voor de gezondheidszorg in Cuba is relatief even hoog als in Nederland. Aan curatie en medicatie wordt veel en veel minder uitgegeven. Dat kan alleen maar met lage lonen, waardoor je inderdaad artsen ziet die bijbeunen als taxichauffeur.

Er is een, overigens niet gehinderd door al te veel privacy, fijnmazig gezondheidssysteem waar de cliënt centraal staat en de Staat voor de cliënt zorgt. Niet gestuurd door geldstromen zoals bij ons, maar door de overtuiging (en de noodzaak) dat preventie werkt.

Delen zijn mogelijk te kopiëren door ons, al zal dat heel erg moeilijk worden omdat wij 80 procent op curatie inzetten en de geldstromen bepalen in plaats van de cliënt. De lonen van de artsen en verpleegkundigen zie ik trouwens ook niet zo snel naar het niveau van Cuba gaan als ik de staking in de gezondheidszorg zo aanschouw.

Dus wat hebben we geleerd? Geen idee, maar interessant was het wel!

Deel dit artikel