Openheid over chronische ziekten versus privacy

In Nederland zijn we meester in het langs elkaar heen praten. Gezien de discussie die er woedt over de verwerking van persoonsgegevens betreffende de gezondheid bij verzuimbegeleiding, verbaas ik mij zeer over een aantal blinde vlekken in een recent SER-advies.

Omdat het aantal chronisch zieken in Nederland snel toeneemt, is bij de SER de volgende adviesvraag neergelegd: hoe kunnen de betrokken partijen (individuelen werkgevers, chronisch zieken, zorgverleners en andere relevante actoren) het toenemend aantal chronisch zieken aan het werk houden en krijgen?

Het SER-advies is er inmiddels, maar het houdt op geen enkele wijze rekening met privacywetgeving.

SER-advies werken met chronische ziekten

Op 21 november jl. heeft minister Schippers het SER advies Werk: van belang voor iedereen – Een advies over werken met een chronische ziekte’ met haar reactie (mede namens de minister en staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid) naar de kamer gestuurd. Advies en reactie bevatten de oproep chronische ziekten op de werkvloer bespreekbaar te maken.

In de kamerbrief staat daar het volgende over:

Met de SER deel ik dat het bespreekbaar maken van gezondheid een essentieel onderdeel vormt van het goed kunnen werken met een chronische ziekte. Ik acht het dan ook erg belangrijk dat voldoende kennis over werken met een chronische ziekte beschikbaar komt.

Het voeren van het goede gesprek tussen werkgever en werknemer vormt de basis voor een omgeving waarbinnen zaken aan de orde kunnen worden gesteld. Een veilige sfeer waarin op open en constructieve wijze gesproken kan worden stelt de werknemer met een chronisch zieke in staat hierin het initiatief te nemen. Niemand is er uiteindelijk bij gebaat wanneer hindernissen worden verzwegen. Om het goede gesprek te faciliteren heb ik samen met de minister van SZW de ‘Gesprekswijzer Chronische Aandoeningen en werk’ op laten stellen.

De Beleidsregels ‘De zieke werknemer’

Het SER-advies doet een dappere poging de drempels naar meer begrip, werkaanpassingen of simpelweg rekening houden met gevoeligheden of beperkingen te verlagen.

Het advies is met de beste bedoelingen opgesteld, maar staat het op zijn zachtst gezegd op gespannen voet met de beleidsregels ‘De zieke werknemer’ van de Autoriteit Persoonsgegevens.

De basis van het SER-advies zijn de gesprekken die werkgever en werknemer samen voeren. Wat de werkgever uit deze gesprekken mag verwerken, is echter aan strenge regels gebonden. Zelfs als het om vrijwillig verstrekte informatie gaat!

“Verwerken” dient bij persoonsgegevens bovendien breed te worden geïnterpreteerd: het verzamelen, vastleggen, ordenen, bewaren, bijwerken, wijzigen, opvragen, raadplegen, gebruiken, doorzenden, verspreiden, beschikbaar stellen, samenbrengen, met elkaar in verband brengen, afschermen, uitwissen en vernietigen van gegevens.

In de samenvatting van de beleidsregels op pagina 4 staat het volgende over de verwerking van vrijwillig verstrekte informatie over gezondheid:

De werkgever mag in principe geen andere gegevens over de gezondheid verwerken dan de hierboven genoemde gegevens [red. zie de opsomming op pag. 4 van de beleidsregels]. Ook niet met toestemming van de werknemer. Gelet op de gezagsverhouding tussen werkgever en werknemer kan een werknemer zich namelijk gedwongen voelen toestemming te verlenen, zodat geen sprake is van een ‘vrije’ wilsuiting. Alleen wanneer een werknemer een ziekte heeft waarbij het noodzakelijk kan zijn dat directe collega’s in geval van nood weten hoe te handelen (bijvoorbeeld bij epilepsie of suikerziekte), mag de werkgever de vrijwillig door de werknemer verstrekte gegevens over zijn ziekte registreren.

De Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp)

Bij het doorzoeken van het SER-advies op de term “privacy” komt er alleen naar voren dat de werknemer een afweging moet maken of de balans moet vinden tussen openheid en privacy.

In het advies wordt er op geen enkele wijze bij stilgestaan dat gezondheidsgegevens bijzondere persoonsgegevens zijn en dat verwerking niet verenigbaar is met de beleidsregels van de AP en de Wet bescherming persoonsgegevens:

Artikel 16 Wbp bepaalt dat de verwerking van persoonsgegevens betreffende iemands gezondheid verboden is.

En:

Het begrip ‘gezondheidsgegevens’ in de zin van artikel 16 Wbp moet ruim worden opgevat. Het omvat niet alleen de gegevens die een arts bij een medisch onderzoek of medische behandeling verwerkt, maar álle gegevens die de lichamelijke of geestelijke gezondheid van een persoon betreffen. Zo is het enkele feit dat iemand zich ziek heeft gemeld een gegeven over de gezondheid, ook al zegt dat niets over de aard van de aandoening.

Er zit een gapend gat tussen het SER-advies en de AP interpretatie

In het SER-advies valt ook niets terug te vinden over de Autoriteit Persoonsgegevens, de beleidsregels van de AP of de Wet bescherming persoonsgegevens.

Er zit dan ook een gapend gat tussen het SER-advies en de interpretatie die de AP aan de Wet bescherming Persoonsgegevens geeft.

Dat is verbazingwekkend omdat de ministeries van VWS en SZW opdracht hebben gegeven voor dit SER-advies! Je zou toch verwachten dat ze de juridische consequenties van een advies controleren.

Gesprekswijzer chronische aandoening en werk

Ook de ‘Gesprekswijzer chronische aandoening en werk’, die in opdracht van het ministerie van SZW is ontwikkeld, negeert het feit dat gezondheidsgegevens bijzondere persoonsgegevens zijn.

De suggesties voor vragen die de werkgever zou kunnen stellen gaan er vanuit dat alles besproken kan/mag worden. Een simpel voorbeeld uit de gesprekswijzer:

Zorg dat u op de hoogte bent en weet wat de uitgangssituatie is van de medewerker: welke aandoening heeft de medewerker, zijn er klachten, is er al begeleiding van de bedrijfsarts, etc.? Wat u niet weet, kunt in het eerste gesprek vragen. Zijn er wellicht knelpunten die de medewerker ervaart?

Zouden de in de gesprekswijzer beschreven gegevens in het kader van verzuimbegeleiding worden verwerkt, dan zou er een onderzoek van de AP kunnen volgen.

Alhoewel verzuimbegeleiding en preventie beiden om duurzame inzetbaarheid zouden moeten draaien, lijkt het erop dat hier met twee maten wordt gemeten. Het SER-advies en de gesprekswijzer zijn zonder kanttekeningen vanuit de ministeries aan de kamer aangeboden.

Gezien de sympathieke intenties die in het SER-advies staan, kraait hier vervolgens niemand naar. Ik vraag mij dan ook af wie hier heeft zitten slapen.

Oplossingen?

De verwarring begint bij werkgevers inmiddels alleen maar groter te worden. Is er een verschil tussen wat je in verzuimbegeleiding en preventie mag vragen?

Als we naar het SER-advies kijken dan is er een ontsnappingsroute die verenigbaar is met de Wet bescherming persoonsgegevens: als de bedrijfsarts met uitdrukkelijke toestemming van de werknemer gezondheidsgegevens aan de werkgever verschaft, dan mogen deze wél worden verwerkt.

Deze aanpak wringt met het SER-advies; hierin heeft de bedrijfsarts vooral alleen een adviserende, informerende of faciliterende rol. Dit past ook bij de doelstelling de drempels voor werkgever en werknemer te verlagen; geen complexe procedures en verplichte betrokkenheid van externe adviseurs.

Alles dan maar via de bedrijfsarts laten lopen doet bovendien afbreuk aan een belangrijk uitgangspunt van het advies: de regie en verantwoordelijkheid wordt uitdrukkelijk allereerst bij werknemer en in tweede instantie bij werkgever neergelegd.

Kan het SER-advies bij het oud vuil?

Kan het SER-advies dan bij het oud vuil? Dat zou natuurlijk zonde zijn.

De aanleiding voor en de intenties van het advies blijven staan en zullen de komende jaren alleen maar relevanter en nijpender worden met name door de toename van het aantal chronisch zieken!

Ik grijp weer terug naar de beleidsregels van de AP, hierin staat het volgende:

De Wbp voorziet in een aantal uitzonderingen op het verbod op het verwerken van persoonsgegevens over de gezondheid die relevant zijn voor het verwerken van gegevens van zieke werknemers.

Op preventief gebied heb ik in de Wbp geen uitzonderingen kunnen vinden. Artikel 16 van de Wbp geeft dan het volgende aan:

De verwerking van persoonsgegevens betreffende iemands godsdienst of levensovertuiging, ras, politieke gezindheid, gezondheid, seksuele leven, alsmede persoonsgegevens betreffende het lidmaatschap van een vakvereniging is verboden behoudens het bepaalde in deze paragraaf.

In de Wbp staat een aantal duidelijk beschreven uitzonderingen voor het verwerken van gezondheidsgegevens. Daarnaast staat er een verwijzing naar een aantal aanvullende wetsartikelen voor de verwerking van gezondheidsgegevens.

Zo mag het UWV op basis van de Wet Suwi bepaalde gegevens verwerken. De Wbp benoemt geen uitzonderingen voor preventieve gesprekken.

Werkgevers zijn dan ook in overtreding als zij in gesprek gaan met chronisch zieke werknemers en met de beste bedoelingen zelfstandig problemen op proberen te lossen.

Wil de overheid serieus dat werkgevers actief oplossingen gaan zoeken voor hun huidige en toekomstige chronisch zieke werknemers, dan zullen ze dit probleem eerst op moeten lossen. De overheid heeft tot nu toe haar kop in het zand gestoken en zich niet actief bemoeit met de discussie over de beleidsregels van de AP.

De overheid heeft tot nu toe haar kop in het zand gestoken

Zowel bij verzuim als preventie/duurzame inzetbaarheid moet er ruimte komen om als werkgever en werknemer samen over beperkingen, mogelijkheden en oplossingen te kunnen praten.

Om dat mogelijk te maken, is er mijns inziens een uitbreiding nodig in de Wet bescherming persoonsgegevens.

Uit een recent gesprek tussen de NVAB en de AP blijkt dat de laatste al iets bij begint te draaien. Officieel staat er echter nog steeds niets op papier of de site van de AP.

Lees ook het artikel van bedrijfsarts Eric Velzing; dit laat duidelijk zien hoe belangrijk communicatie tussen werkgever en werknemer is bij het oplossen van knelpunten met betrekking tot de inzetbaarheid van chronisch zieken.

Vorige columns Jurgen van der Baan:
De werkgever mag wel betalen maar niet meer sturen
En nou is het genoeg!

Deel dit artikel