Loonstop rechtsgeldig na werk als DJ?

Het recht op loon tijdens ziekte vervalt als een werknemer door zijn eigen toedoen zijn genezing belemmert of vertraagt.

Ook als hij zonder goede grond zijn aangewezen arbeid – bedongen arbeid – niet doet, terwijl hij dat wél kan. Of de werknemer recht op loon heeft, hangt af van de feiten en omstandigheden, iedere situatie is anders.

In Nederland geldt als uitgangspunt dat een werknemer geen recht heeft op loon als hij de bedongen arbeid niet verricht.

Bedongen arbeid is de overeengekomen arbeid, ofwel de functie die een werknemer moet verrichten. Een uitzondering op het uitgangspunt “geen arbeid, geen loon” is het wettelijk recht van (kort samengevat) 104 weken loon tijdens ziekte.

Op 15 november 2013 oordeelt de kantonrechter van de rechtbank Noord-Nederland dat het bijklussen van een werknemer als DJ een loonstop rechtvaardigt.

Feiten en omstandigheden

De werknemer in kwestie treedt per 1 januari 2010 in dienst als monteur dakgoten voor 38 uur per week. Hij meldt zich op 19 maart 2010 ziek vanwege een hernia en wordt daarvoor op 4 juli 2012 en 9 januari 2013 geopereerd.

De man komt tijdens zijn ziekteperiode diverse keren bij de bedrijfsarts. Die heeft in april 2012 vastgesteld dat de werknemer arbeidsongeschikt is en acht hem in november 2012 ongeschikt voor zijn eigen werk.

De UWV arbeidsdeskundige adviseert in december 2012 om het tweede spoor traject in te zetten. Dit betekent dat werkgever en werknemer passend werk bij een andere werkgever gaan zoeken.

In mei 2013 adviseert de bedrijfsarts om door te gaan met het tweede spoor traject.

De werkgever beëindigt het loon per april 2013, omdat de werknemer wel werkzaamheden als DJ en koerier heeft verricht maar geen ander passend werk bij de werkgever wilde/kon doen.

De beoordeling

De kantonrechter oordeelt als volgt: de bedrijfsarts heeft in april 2012 vastgesteld dat de werknemer arbeidsongeschikt was en hem vanaf november 2012 ongeschikt geacht voor zijn eigen werk.

Vanaf oktober 2012 heeft de werknemer op therapeutische basis gewerkt. Voor de tweede operatie – op 9 januari 2013 – is de werknemer daarmee gestopt.

Daarna volgt een herstelperiode. De kantonrechter is van mening, dat er voor deze periode geen deugdelijke grondslag is voor een (gedeeltelijke) loonstop.

Na de operatie heeft de werknemer bijgeklust als DJ. De bedrijfsarts is hier niet van op de hoogte en heeft dus ook niet kunnen beoordelen of het verstandig was dit soort activiteiten te ondernemen.

Als gevolg daarvan oordeelt de kantonrechter dat de werknemer vanaf juli 2013 geen passende arbeid heeft verricht, terwijl hij daartoe wel in staat was, dan wel in ieder geval zijn genezing heeft belemmerd of vertraagd. Daarmee heeft de werknemer zijn recht op loon verspeeld.

Conclusie

Een werknemer die (neven)activiteiten onderneemt terwijl hij ziek is, loopt het risico op een loonstop.

Een werkgever die zo’n loonstop wil opleggen, zal wel goed moeten kijken of een deze terecht is en of de (neven)activiteiten vallen te kwalificeren als het “onterecht niet verrichten van passende arbeid”. Dit vergt maatwerk en iedere situatie is daarbij anders!

Thijs van Liempd, advocaat bij Dijkstra Voermans Advocatuur & Notariaat

Heeft u vragen of opmerkingen over dit onderwerp? Neemt u dan contact op met Thijs van Liempd of op +31 (0) 30 285 03 04.

Bron: rechtbank Noord-Nederland, 15 november 2013, ECLI:NL:RBNE:2013:7149

 

Deel dit artikel