Jurisprudentie: Ziekte van Korsakov en opzet
Verzuim, Wet- en regelgeving Verzuim, Ziekteverzuim, Alcohol, arbeidsongeschikt, Artikel, gezondheid, jurisprudentie, loondoorbetalingsplicht

Misbruik van alcohol in combinatie met een slechte voedingstoestand wordt gezien als de oorzaak voor de ziekte van Korsakov. Deze hersenbeschadiging zorgt voor zeer ernstig geheugenverlies.
De werkgever van Koos was van mening dat bij Korsakov het eigen schuld, dikke bult principe gold en weigerde om Koos nog verder loon tijdens ziekte door te betalen.
Koos legde deze weigering aan de rechter voor en werkgever moest alsnog betalen en daar was de werkgever het vervolgens weer niet mee eens.
De casus
Koos, vrachtwagenchauffeur valt in maart 2007 wegens de ziekte van Korsakov. De werkgever betaalt Koos tot half augustus 2007 salaris door en daarna niet meer.
UWV betaalt vanaf 14 februari 2008 een IVA-uitkering wegens volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid. Koos eist loondoorbetaling over de periode van half augustus 2007 en 14 februari 2008. De kantonrechter wijst de vordering van Koos toe.
De werkgever tekent hoger beroep aan en voert aan dat Koos zijn ziekte opzettelijk heeft veroorzaakt nu vaststaat dat deze het gevolg is van overmatig drankgebruik.
Verder zou Koos niet hebben meegewerkt aan zijn re-integratie, door zonder bericht niet te verschijnen bij afspraken met de bedrijfsarts.
De uitspraak
Het hof gaat niet mee in de visie van de werkgever dat Koos zijn ziekte opzettelijk heeft veroorzaakt. Uit niets blijkt dat Koos met zijn drankgebruik de bedoeling heeft gehad om daardoor ziek te worden.
En dat moet volgens het Hof bij het aannemen van opzet wel nadrukkelijk het geval zijn. Als de werkgever van mening was dat Koos niet meewerkte aan zijn re-integratie en hij daarom het loon wilde opschorten, dat had werkgever Koos daar direct over moeten informeren.
Doet hij dat niet, dan kan hij niet later alsnog de loonbetaling staken of opschorten. In het geval van Koos is niet gebleken dat de werkgever een dergelijke mededeling tijdig heeft gedaan.
Tenslotte stelt het Hof dat de ziekte van Koos zich kenmerkt door geheugenstoornissen en problemen bij de planning en organisatie van het gedrag. Mede daardoor zijn er geen goede gronden om te vermoeden dat de werknemer zich aan re-integratie trachtte te onttrekken en daarom dient de werkgever het loon alsnog te betalen.