Inspectie SZW: “Actieplan preventie beroepsziekten goed initiatief!”

Eén op de zes mensen krijgt te maken met gevaarlijke stoffen op het werk. Reden voor de Nederlandse Vereniging voor Arbeidshygiëne (NVvA) om met een aangeboden actieplan bij de Kamer te pleiten voor meer toezicht op de naleving van regels. Dat vraagt om een reactie van Inspectie SZW.

Nicole Kroon, directeur bij de Inspectie SZW, gaf gehoor aan dat verzoek.

Verminderen beroepsziekten

Jaarlijks overlijden meer dan vierduizend mensen aan een beroepsziekte. Dat blijft gelukkig niet onder de radar. Zo zijn het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Long Alliantie al gestart met campagnes in het kader van veilig werken met gevaarlijke stoffen.

Cijfers op een rij:

  • Ieder jaar worden circa 17.000  mensen ziek als gevolg van hun werk.
  • Ieder jaar overlijden circa 4.100 mensen als gevolg van een beroepsziekte.
  • Blootstelling aan gevaarlijke stoffen is de grootste oorzaak van beroepsziekten.
  • Ongezonde arbeidsomstandigheden dragen 5 procent bij aan de ziektelast. Ze neemt daarmee een positie in boven ongezond eten, te weinig bewegen en weinig lichamelijke activiteit.

Ook de NVvA zet zich actief in om het aantal beroepsziekten te verminderen. Samen met andere betrokken partijen als werknemers, bedrijven, (bedrijfs)artsen en sociale partners. Eind juni bood de vereniging van arbeidshygiënisten haar actieplan ‘Voorkomen van Beroepsziekten’ in een petitie aan bij de Vaste Kamercommissie Sociale Zaken. Belangrijkste boodschap: verscherp het toezicht op de werkvloer in het kader van preventie.

Een statement dat Gijs van Dijk (PVDA), Léon de Jong (PVV) en Rens Raemakers (D66) erkennen. Zij namen op het Binnenhof het actieplan in ontvangst uit handen van Margreet Sturm (Manager arbeidshygiëne bij Shell) en Jan Kegelaer (Operationeel directeur bij RPS analyse bv). Beiden namen vanuit de NVvA de honneurs waarnamen.

Uit de verkennende gesprekken bleek dat ook de politici zoekende zijn naar de meest effectieve koers voor het voorkomen van beroepsziekten en het intensiveren van de handhaving daarin. Een missie waar Nicole Kroon, directeur Toezicht bij de Inspectie SZW, zich dagelijks sterk voor maakt. Ruim zevenhonderdduizend bedrijven in Nederland vallen onder het toezicht van haar organisatie. In een vraag-antwoordgesprek geeft ze haar kijk op het initiatief van de NVvA.

Nicole Kroon Inspectiedienst SZWDe NVvA pleit in haar actieplan voor meer toezicht op de naleving van regelgeving op het gebied van preventie. Wat vindt u van dit idee?

Meer toezicht kan het werk van de arbeidshygiënist ondersteunen. In de aanpak van beroepsziekten wordt het meest bereikt wanneer alle betrokkenen bij de blootstelling aan gevaarlijke stoffen vanuit hun eigen rol een bijdrage leveren en daarbij samenwerken met anderen. Daar ben ik van overtuigd.

De Inspectie SZW zet in op een intensievere aandacht voor de blootstelling aan gevaarlijke stoffen in het toezicht. Dit geldt voor zowel acute als chronische risico’s. Zo formeren we een speciaal team voor blootstelling aan gevaarlijke stoffen. Hierin komen gespecialiseerde inspecteurs en een aantal rechercheurs te werken die binnen de buitengewone opsporingsdienst van de Inspectie SZW opereren. Over de precieze invulling en omvang van het team informeren we de Tweede Kamer komend najaar.

Daarnaast besteden we de laatste tijd in onze inspecties en andere interventies in toenemende mate aandacht aan de blootstelling aan gevaarlijke stoffen. Daarbij zijn de CMR-stoffen (Carcinogene, Mutagene, Reprotoxische stoffen) van belang. Als bedrijven de vier stappen uit het stoffenbeleid goed doorlopen en de blootstelling voldoende beheersen, draagt dat in belangrijke mate bij aan de preventie van beroepsziekten.

De aandacht voor gevaarlijke stoffen komt ook terug in onze programma’s de komende jaren. Arbeidshygiënisten en andere arboprofessionals kunnen ons helpen door melding te maken van werkgevers die (moedwillig) hun zorgplicht ten aanzien van blootstelling aan gevaarlijke stoffen verzaken. De Inspectie SZW neemt dergelijke signalen in onderzoek en treedt indien nodig handhavend op.

Politici schetste tijdens de uitreiking van het actieplan dat het vooral een kwestie van gebrek aan kennis is over wat de gezondheidsrisico’s zijn en hoe daar in het kader van preventie gericht aandacht aan te besteden. Herkent u dat?

Ik herken dat beeld. Onze inspecteurs merken dit ook bij hun inspecties. Het speelt met name bij de MKB-bedrijven. Zij hebben vaak geen arbodeskundigen in huis, terwijl grotere bedrijven die wel hebben. Arbeidshygiënisten kunnen een belangrijke rol spelen met het helpen en adviseren van bedrijven bij het opzetten van hun stoffenbeleid en het nemen van de juiste beheersmaatregelen.

Overigens is het probleem niet zozeer dat er geen informatie beschikbaar is. Die is er wel degelijk, zowel over de gezondheidsrisico’s van blootstelling als over de preventief te nemen maatregelen. De informatie ‘landt’ echter onvoldoende in bedrijven. Het is dus van groot belang dat de beschikbare kennis beter wordt ontsloten en gedeeld.

Ook dit is een les uit het feitenonderzoek dat de Inspectie SZW uitvoerde bij het bedrijf DuPont. Inmiddels heeft dat geleid tot het inrichten van een kennisplatform dat zich richt op de ontsluiting en deling van toxicologische informatie over gevaarlijke stoffen, de wijze van meten en monitoring, en effectieve beheersmaatregelen.

VNO-NCW en MKB-Nederland hebben met ondersteuning van het ministerie van SZW het initiatief genomen om in 2018 en 2019 vorm te geven aan dit kennisplatform. Zij zullen symposia en roadshows organiseren voor met name MKB-bedrijven. In de symposia wordt vooral gekeken hoe bestaande initiatieven en informatie beter gedeeld kunnen worden tussen belanghebbenden. In de roadshows zal het ‘bedrijven leren van bedrijven’ op een zo praktische en laagdrempelig mogelijke manier centraal staan. Hiermee wordt kennis naar de bedrijven gebracht. Voor eind 2018 worden de eerste bijeenkomsten gepland. Ik zie zeker mogelijkheden voor de NVvA-leden om hierin een bijdrage te leveren.

Verder attendeer ik graag nog op de ‘Stoffencheck-app’ die we samen met de FNV hebben ontwikkeld. Deze app geeft werknemers informatie over stoffen die zij op hun werkplek tegenkomen. Het vergroot de kennis over hun werkomstandigheden waardoor ze beter in staat zijn het gesprek daarover met hun werkgever aan te gaan.

De NVvA denkt dat arbeidshygiënisten meer uit de schaduw moeten treden. Met andere woorden, er is een gebrek aan zichtbaarheid van hun rol en meerwaarde bij bedrijven. Hoe staat u daarin?

Arbeidshygiënisten hebben absoluut meerwaarde voor bedrijven. Ze zijn bij uitstek de professionals die de blootstelling kunnen beoordelen en op basis daarvan over de benodigde preventieve beheersmaatregelen adviseren. Als ze daarbij de samenwerking zoeken met de bedrijfsarts en A&O-deskundige, dan geeft dat een nog beter verankerde preventie.

Als beroepsgroep kunnen ze, via de NVvA, meer op de voorgrond treden door bijvoorbeeld vaker te berichten over hun activiteiten op het gebied van preventie. In dat verband heb ik met veel interesse kennis genomen van het NVvA actieplan ‘Voorkomen van Beroepsziekten’. Een goed initiatief!

Ziet u in het NVvA-actieplan elementen die gekoppeld zouden kunnen worden met activiteiten van Inspectie SZW. En zo ja in welke vorm?

Ik zie in het actieplan dat de NVvA proactief aan de slag wil. Zij ziet hierin een rol voor zichzelf op vier punten; bewustwording en kennis voor werknemers, bewustwording en kennis bij werkgevers, herkennen van beroepsziekten en borging van deze activiteiten op de lange termijn. En dat de motivatie er is om dit zoveel mogelijk in samenwerking met andere partijen op te pakken. De Inspectie SZW richt zich in ieder geval ook op het vergroten van de bewustwording bij werkgevers en werknemers. Het lijkt me dan ook goed om nader met elkaar te verkennen, of onze activiteiten op dit vlak elkaar kunnen versterken.

Download hier het actieplan van de NVvA 

Deel dit artikel