Het belang van een deskundigenverklaring

Een werknemer die wil bewijzen dat hij arbeidsongeschikt is, heeft niet zoveel aan alleen een verklaring van de huisarts. Het oordeel van de arbodienst en het UWV zijn doorslaggevend.

Bij een taxibedrijf werkt sinds 2001 een chauffeuse. Al jaren doet ze haar werk goed en de arbeidsverhouding is prima. Maar dan meldt zij zich in mei 2014 ziek.

Hervatten werkzaamheden

Nadat zij al een aantal maanden niet heeft gewerkt, bepaalt de bedrijfsarts in november 2014 dat ze in staat is om haar werkzaamheden deels te hervatten.

De chauffeuse is het hier niet mee eens. Ze gaat dan ook niet aan het werk en vraagt een deskundigenoordeel aan bij het UWV. Die oordeelt in december dat de chauffeuse niet in staat is het werk volledig te hervatten, maar niet dat zij helemaal niet in staat zou zijn om werkzaamheden te verrichten.

De werkgever biedt aan dat ze deels als chauffeuse kan werken en deels ander, passend werk kan doen. Als de medewerkster nog steeds weigert, stopt het bedrijf met de loonbetaling. Maar ook deze financiële prikkel beweegt haar er niet toe op het werk terug te keren.

Beëindigen dienstverband

De advocate van de chauffeuse geeft aan dat haar cliënt het werk niet kan hervatten. Zij baseert haar oordeel op een verklaring van de huisarts. Die heeft blijkbaar een andere mening dan de arts van de arbodienst en het UWV.

Omdat alle arbeidsrechtelijke mogelijkheden zijn benut – er is een deskundigenoordeel gevraagd, er is ander passend werk geboden, het loon is stop gezet – en zij blijft weigeren haar werk te hervatten, rest niets anders dan een beëindiging van het dienstverband. Het taxibedrijf heeft immers niets aan een medewerker die geen arbeid verricht en wil graag iemand anders aannemen.

Ik dien namens het taxibedrijf een ontslagaanvraag in.

Werkweigering

In de ontslagprocedure wisselen de partijen hun standpunten uit en vragen nog een keer een oordeel bij het UWV. Dat blijft ongewijzigd.

Uiteindelijk geeft UWV de werkgever toestemming om de arbeidsovereenkomst op te zeggen. Het UWV stelt dat het taxibedrijf aan de re-integratieverplichting heeft voldaan en dat de medewerkster op onterechte gronden weigert haar werk te hervatten, zelfs nadat de loonbetaling is gestaakt.

Deskundigenverklaring

Als een werknemer het oneens is met het oordeel van de bedrijfsarts en/of het UWV dat er sprake is van (gedeeltelijke) arbeidsgeschiktheid, dan is het aan een werknemer om de arbeidsongeschiktheid te bewijzen. De enkele verklaring van de huisarts is dan onvoldoende.

Deze zaak bevestigt weer dat het oordeel van de eigen huisarts niet zo belangrijk is, het oordeel van de bedrijfsarts en het UWV eens te meer.

De deskundigenverklaring van het UWV geeft overigens niet alleen antwoord op de vraag of de werknemer ziek is, maar ook of hij daardoor niet in staat is om te werken.

Wet werk en zekerheid

Deze casus speelde voor 1 juli 2015, de datum waarop (het tweede deel van) de Wet werk en zekerheid in werking trad.

Vanaf 1 juli 2015 is het UWV alleen nog maar bevoegd om te oordelen over ontslagaanvragen gebaseerd op bedrijfseconomische redenen en langdurige arbeidsongeschiktheid.

Zou de hiervoor beschreven casus na 1 juli 2015 hebben gespeeld zou, in plaats van een ontslagaanvraag bij UWV, een ontbindingsverzoekschrift bij de rechtbank ingediend moeten worden.

Of de rechter in een kwestie als deze zou hebben ontbonden is de vraag. Maar als er tot ontbinding zou zijn overgegaan, had deze werkgever aan de werknemer in ieder geval een transitievergoeding hebben moeten betalen. Dit zou slechts anders zijn als de werknemer ernstig verwijtbaar handelt.

 

Deel dit artikel