Dokter Anders

Ik kan heel goed in één keer veel geld uitgeven of grote beslissingen nemen. Bijvoorbeeld bij het kopen van een wasmachine.
“Doe die maar“, zeg ik direct bij binnenkomst en ik wijs resoluut naar een bepaald merk. “Eh, moet u niet… “, voordat de verkoper is uitgesproken, onderbreek ik hem al met een “Nee, ik weet wat ik wil hebben. Die daar!”
Zo heb ik ook mijn huis verkocht. Niks geen twijfel of onderhandelingen. Ik stond bij Bart Smit en was bezig af te rekenen voor een cadeau voor mijn zoon, zijn eerste gameboy, weet u nog… Mijn mobiel ging en het bod van de makelaar werd direct aangenomen, tussen de pintransactie en de bon in. “Verkocht.” zei ik. Klaar. Afgehandeld. Daar hoefde ik verder niet over na te denken.
Met kleine uitgaven kan ik enorm in de knoei komen, kom ik in een twijfelgebied waarbij ik tussen leven en dood zweef. Zo ben ik vijf jaar bezig geweest met het vinden van het juiste wasknijpermandje en ben ik nog steeds op zoek naar het juiste (witte!) fotolijstje voor de foto’s van ons gezin.
Mijn zoon is ondertussen bekend met die laatste queeste. Wanneer ik de HEMA of Action in ga en dicht bij de afdeling woonaccessoires kom, trekt hij al aan mijn mouw en smeekt: “Nee mama, nee, alsjeblieft. Niet weer!”
Ben ik hierdoor gek? Ben ik niet normaal? Zit er een steekje bij mij los? Zit er een foutje in mijn jacquardpatroon? Dit is een vraag die ik best vaak in mijn praktijk voorgelegd krijg. Deze week nog. “Ben ik nu gek?” vroeg een cliënt, een jongeman van 27 aan mij, en keek angstig alsof ik het laatste oordeel over hem zou uitspreken. “Is dit wel normaal?”
Als ik in een plagende bui ben, zeg ik mijn cliënt, dat als hij daar prijs op stelt, ik met alle liefde de diagnose “gek” wil stellen. Waarmee hij vervolgens naar zijn werkgever, partner of uitkerende instantie kan gaan als bewijs dat hij er niks aan kan doen, het nooit meer iets zal worden en hij één van die uitzonderlingen is die gek is.
Ik moet dan ook altijd aan een scene denken (was het niet The Meaning of Life van Monty Python?), waarin iemand in een psychiatrische kliniek rondloopt met een naambordje “Ab Normaal”. “Who are you?” “I am Ab Normal.” Schitterende scène!
Persoonlijk werk ik liever met het normaliseren van gedrag. Het meest menselijke is universeel en het rare is dat ik eigenlijk nooit gekke mensen tegenkom. Of, beter gezegd: dat is normaal.
Normaal of niet normaal. Gek, gestoord, raar. Mij boeit het niet. Elke keer zie ik een enorme opluchting op het gezicht van mijn cliënten verschijnen als ik ze terug kan brengen naar een gebied waarin alles normaal is. Er geen prikkeldraad zit tussen wat normaal is en wat niet.
Mijn enige en meest belangrijke vraag is: “Heb je er last van, jij of je omgeving? Dát is wat telt.” En daarmee ga ik aan de slag. Hallo Ab, ik ben Dokter Anders!