De praktijk van de arbeidsdeskundige: verkorte wachttijd
Arbeidsdeskundig onderzoek, Re-integratie, WIA, arbeidsongeschikt, Artikel, FML, IVA-uitkering, passende arbeid, privacy, UWV

Bij het toekennen van een IVA-uitkering, hanteert UWV de norm dat herstel 100 procent uitgesloten moet zijn.
Als je de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) er op naslaat, dan blijkt dat niet te kloppen. Gelukkig maar voor Henk…
De P&O-adviseur van een van mijn klanten – een logistiek bedrijf – nodigt mij uit om te praten omdat hij zich zorgen maken over de inzetbaarheid van een van zijn medewerkers: Henk, 59 jaar oud, heeft beperkingen in zijn handen. Hij heeft bijna geen grijp- en knijpkracht meer en kan diverse grepen niet meer uitoefenen.
Het werk van Henk is in de afgelopen jaren al een aantal keren in overleg met de bedrijfsarts aangepast om die reden. Omdat hij geen orders meer kan verzamelen, heeft de werkgever hem ander werk aangeboden.
De situatie
Henk wordt ingezet bij het repareren van kunststof pallets. In deze pallets kunnen scheuren ontstaan die met een bepaalde substantie moeten worden gevuld. Deze substantie wordt met een föhn vloeibaar gemaakt en in de scheuren aangebracht. De pallets staan buiten. Normaal gesproken wegen ze 25 kilo, maar als het heeft geregend zijn ze aanzienlijk zwaarder, want de scheuren vullen zich met regenwater.
In een gesprek met Henk zie ik dat zijn handen dik en opgezwollen zijn. Hij vertelt uit zichzelf dat hij ernstige artrose in zijn handen heeft en een paar jaar geleden al een kunstgewricht in zijn hand heeft gekregen.
Ik ben blij dat hij dit vertelt, want hij hoeft dit natuurlijk niet te doen in verband met zijn privacy, maar het maakt mij veel duidelijk.
Het blijkt voor Henk heel moeilijk te zijn het huidige, aangepaste werk te kunnen doen. Hij heeft veel pijn in zijn handen en het vasthouden van de föhn gedurende een aantal minuten is bijna niet te doen. Kort geleden zijn er foto’s gemaakt van zijn handen en die wijzen volgens de bedrijfsarts inderdaad op ernstige beperkingen in de handen.
Het advies
In overleg met de bedrijfsarts heb ik besloten dat Henk de aangepaste werkzaamheden niet langer kan uitvoeren. Aan de hand van de beperkingen die in de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) staan die de bedrijfsarts heeft gemaakt, ben ik vervolgens naar ander werk voor hem gaan zoeken.
Maar het lukt mij niet om drie functies te vinden die Henk nog zou kunnen uitvoeren. Dat betekent dat hij arbeidsdeskundig gezien “volledig arbeidsongeschikt” is.
Omdat de kans op herstel volgens de bedrijfsarts niet aanwezig tot gering is, heb ik Henk geadviseerd een WIA met verkorte wachttijd aan te vragen. Dit is een optie als iemand arbeidsdeskundig gezien volledig arbeidsongeschikt is en er geen tot geringe kans op herstel is.
Iemand is arbeidsdeskundig gezien volledig arbeidsongeschikt wanneer hij minder dan 20 procent van zijn loon van vóór zijn arbeidsongeschiktheid kan verdienen en/of er geen drie functies te duiden zijn die iemand met zijn beperkingen nog kan uitoefenen.
UWV geeft op haar website aan dat de kans op herstel uitgesloten moet zijn, maar dat stemt niet overeen met de Wet WIA artikel 4:
“Volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is hij die als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling duurzaam slechts in staat is om met arbeid ten hoogste 20 procent te verdienen van het maatmaninkomen per uur. In het eerste lid wordt onder duurzaam verstaan een medisch stabiele of verslechterende situatie. Onder duurzaam wordt mede verstaan een medische situatie waarbij op lange termijn een geringe kans op herstel bestaat.”
Omdat ik voor Henk geen drie functies meer kan vinden die hij met zijn beperkingen kan uitoefenen, is hij dus volledig arbeidsongeschikt. Omdat volgens de bedrijfsarts er geen kans op herstel bestaat, heeft Henk dus recht op een IVA- uitkering, waarbij twee jaar ziekte niet hoeft te worden afgewacht.
De uitslag
Vorige week kreeg ik de uitslag van de WIA-keuring: Henk heeft een IVA-uitkering gekregen van 75 procent van zijn laatstverdiende loon. Zijn werkgever hoeft dus niet twee jaar het loon van de medewerker uit te betalen. Maar die kiest ervoor om Henks salaris toch twee jaar aan te vullen tot 100 procent.
Het loont de moeite om met een deskundige contact op te nemen of de beperkingen van een medewerker dusdanig ernstig zijn, dat wellicht niet de volledige wachttijd van twee jaar loon doorbetaling bij ziekte moet worden doorlopen.
Wanneer er medisch geen mogelijkheden meer zijn, zoals bij terminale ziekte, duurzame opname in een instelling of duurzame bedlegerigheid, kan de bedrijfsarts aangeven dat er geen duurzaam benutbare mogelijkheden zijn.
In andere gevallen dient een register arbeidsdeskundige te onderbouwen dat er arbeidsdeskundig gezien sprake is van volledige arbeidsongeschiktheid.
De naam van de medewerker is vanwege privacyredenen gefingeerd.
arbeidsongeschikt, Artikel, FML, IVA-uitkering, passende arbeid, privacy, UWV