Bekendheid over chronische ziekten

Van de mensen met een chronische ziekte in Nederland heeft maar één op de drie werk. Bij de rest van de beroepsbevolking is dat twee op de drie. Dat zijn de harde cijfers.

Onlangs woonde ik op uitnodiging van het Arbeidsdeskundig Kennis Centrum een Ronde Tafel Werkdiner bij over dit onderwerp.

De sleutelvraag was: hoe bevorderen we dat mensen met een chronische ziekte meer en langer participeren? Daar kwam uiteraard ook de vraag naar voren wat werkgevers hierin kunnen betekenen.

Overzicht ontbreekt

Bij het werkdiner is mij duidelijk geworden dat alle betrokkenen – de werkende met een chronische ziekte zelf, maar ook de werkgever, de leidinggevende, de collega’s, de bedrijfsarts, de huisarts en de behandelend specialist – van goede wil zijn, maar dat niemand echt overzicht heeft. Vrijwel iedereen ziet slechts een deel van het probleem of de beperking.

Ook ontbreekt het bij vrijwel alle betrokkenen aan specifieke kennis en specifieke vaardigheden.

Het beste advies?

Ook van de kant van werkgevers is veel onbekendheid over chronische ziekten. Leidinggevenden in bedrijven weten vaak niet goed of en hoe ze het gesprek moeten aangaan.

Het gebeurt nog regelmatig dat een goedwillende werkgever tegen een zieke werknemer zegt: “Neem je tijd en kom maar terug na alle behandelingen”.

Dat is vrijwel nooit het beste advies…

Onbekendheid met ziekte

Het ongemak van werkgevers komt vooral voort uit onbekendheid met de ziekte zelf. Een werkgever is geen arts, weet niet welk effect een chronische handicap heeft op iemands inzetbaarheid. Je kunt dat ook niet van een werkgever verwachten.

Daarom vind ik de Bibliotheek Arbeidsparticipatie & Chronische ziekte zo’n mooi initiatief. Deze bibliotheek is in het leven geroepen als kennisbron voor een specifieke beroepsgroep: de arbeidsdeskundigen.

Gaandeweg is het steeds meer een bron aan het worden voor iedereen die met chronische ziekte en werk te maken heeft. Ook voor werkgevers en HRM-professionals.

Je vindt er concrete handvatten voor herkenbare vragen. Hoe voer je een goed gesprek op het moment dat je te maken hebt met een chronische ziekte? Maar ook: hoe kun je als leidinggevende het beste omgaan met vermoeidheidsklachten?

Ziektespecifieke factoren

De bibliotheek laat zien dat er altijd ziektespecifieke factoren zijn. Een medewerker met kanker moet je anders begeleiden dan iemand met reuma. Dit ziektespecifieke deel blijft per definitie lastig voor werkgevers.

Het interessante is dat de bibliotheek laat zien dat er ook heel veel algemene factoren zijn bij chronisch zieken. Persoonlijke factoren zoals zelfvertrouwen, ziektebeleving, acceptatie en veerkracht.

Maar ook werkgerelateerde factoren, zoals aanpassings- en regelmogelijkheden en sociale factoren – de steun van collega’s op het werk, – de thuisomgeving en de houding van de eigen partner.

Dat zijn allemaal factoren waar je als bedrijf helemaal geen medische kennis voor nodig hebt. Allemaal factoren waar je als bedrijf effectieve interventies kunt plegen, zodat ook mensen met een chronische ziekte vaker naar vermogen kunnen blijven werken!

Deel dit artikel