Asociale Jezus

Jongens houden van voetballen, meisjes van winkelen.

Nou, bij die van mij is dat mooi anders. Die houdt én van voetballen én van winkelen. Beide activiteiten waar ik hartgrondig een hekel aan heb.

Gelukkig hebben we het ondertussen thuis zo weten te regelen dat mijn man verantwoordelijk is voor het bijwonen van de wedstrijden, op die achterlijke vroege tijden in je vrije weekend.

En ik ben degene die gaat shoppen met mijn zoon. De meeste moeders zijn een beetje jaloers daarop. “Wat! Ga jij met je zoon de stad in, goh wat leuk. Dat wil die van mij nou nooit.”

Wat ze niet weten is dat dat helemaal niet leuk is omdat steevast de GAMESTORE op de sightseeing route staat en – houdt u vast – de Action, respectievelijk Op is Op en tot slot de Prijsknaller.

Ooit heeft hij ontdekt dat er prijsverschillen zijn en hij gaat nauwkeurig alle AXE Deo sprays vergelijken op prijs. Daar zijn we dus anderhalf uur mee bezig. Met kijken naar games en deodorant. Twee maal per week, op de woensdagmiddag en de zaterdag.

Deze zaterdag had ik geen zin. Echt niet. Ik wou lekker sporten, huis schoonmaken en zelfs onze rituele afsluiting bij de HEMA met een kop thee voor mij en een saucijzenbroodje voor hem was niet voldoende.

“Mams, gaan we nog naar de stad vandaag.” Daar kwam ie al, die eeuwige vraag om 10.00 uur ‘s ochtends. Gat verdamme. “Nee”, zei ik, “vandaag niet. Ik heb geen zin.” Dat ik daar een doordachte reactie op zou krijgen met een licht manipulatief karakter, was voor mij geen verrassing. Maar deze had ik nog nooit gehad.

“Jij bent een aso.” antwoordde hij, vergenoegd met zijn prikkende diagnose. “Jij denkt alleen aan jezelf.” Het blijft me moeite kosten om niet hard te lachen als hij ergens weer een woord heeft opgepikt en dit in context terug plaatst.

Ik was asociaal, iemand die alleen met zichzelf bezig is en niet aan de ander denkt, hem in dit geval. Aangezien ik óók goed ben in woorden in context te zetten was mijn antwoord: “Nee schat, dat is niet asociaal gedrag, dat is goed voor jezelf zorgen”, aangevuld met “en wanneer ik goed voor mezelf zorg, kan ik ook goed voor jou zorgen. Anders word ik een hele vervelende en chagrijnige moeder”.

Daar had hij niet van terug.

Goed voor jezelf zorgen wordt vaak verward met asociaal gedrag. De gevolgen van een cultuur of opvoeding waarin de ander centraal staat en je opofferen voor de ander voor de ultieme naastenliefde staat.

Wat dat betreft is Jezus hét voorbeeld. In deze maatschappij moet ieder liefhebbend mens met een kruis lopen. Het kruis van de opoffering. Die mensen zie ik dus veel in mijn praktijk. Met zo’n kruis op de rug. Kromgebogen komen ze binnen.

Als ik deze cliënten de keerzijde laat ervaren van die buitenproportionele naastenliefde, ze kan laten inzien en ervaren dat een goede zorg voor jezelf kan staan naast een goede zorg voor een ander.

Dat kiezen voor jezelf niet betekent dat je de ander afwijst. Dat “nee” zeggen vaak “ja” tegen jezelf zeggen betekent zeggen, dan durven ze eindelijk dat kruis te pakken, naast zich neer te zetten en in de fik te steken.

Asociale Jezus, zou mijn zoon zeggen. Mooi zo laten. Van mij mogen ze er zijn.

Deel dit artikel