Abrona rapport: nekslag voor eigenregiemodel?
Arbo, Arbodienst, Arbowet, arbeidsongeschikt, Artikel, Autoriteit Persoonsgegevens, eigen regie, eigenregiemodel, privacy

Het College Bescherming Persoonsgegevens, sinds 1 januari van dit jaar ‘Autoriteit Persoonsgegevens, heeft een rapport over zorginstelling Abrona gepubliceerd.
Een rapport waar bedrijfsartsen, juristen en beroepsgroepen voorlopig nog niet over raken uitgepraat.
Een rapport ook dat, zoals ik het zie, een einde probeert te maken aan het eigenregiemodel.
Wat staat er dan in dat rapport? Abrona is een gezondheidsinstelling met zo’n 1.300 medewerkers. En als iemand zich ziek meldt, dan gaat de leidinggevende zo maar met die werknemer in gesprek en dan vraagt hij dingen als: “Wat kan je nog wél?”
Arbeidsmogelijkheden
Daar is toch niets mis mee? Een werkgever mag toch functionele beperkingen verwerken? Dus zou Abrona een verzorgende toch best mogen vragen:
- Heb je moeite met lopen?
- Kan je tillen?
- Vind je het lastig om te gaan met tijdsdruk of conflicten?
Op basis van de antwoorden, kunnen de werknemer en zijn leidinggevende dan een beoordeling maken wat nog wel kan en wat niet meer. Of gaat die medewerker alternatieve werkzaamheden doen, of een poosje wat korter werken.
Een werkgever wil kunnen beoordelen of het geclaimde ziekteverzuim ‘terecht’ is. Of er niet arbeidsmogelijkheden onbenut blijven. Door taakgerichte, snelle re-integratie wordt herstel bevorderd.
Exclusieve domein bedrijfsarts
Hoe gek het u ook in de oren zal klinken: de vragen zoals ze hierboven staan, mag een werkgever – naar het oordeel van de Autoriteit Persoonsgegevens – niet (meer) stellen.
De werkgever mag functionele beperkingen nog wel verwerken, maar alleen als eenrichtingsverkeer van arts naar werkgever. Hij mag er zelf niet naar informeren; de bedrijfsarts moet de bron zijn.
De duiding daarvan, dus de vertaalslag van functionele beperkingen naar de gevolgen ervan voor het werk, is het exclusieve domein van bedrijfsarts en/of arbeidsdeskundige.
Mate van arbeidsongeschiktheid
Oké…? Maar hoe komt de AP dan tot die opvatting? Waarom kunnen – nee pardon – mogen werkgever en werknemer niet samen overleggen over korter werken of alternatieve taken?
AP zegt: functionele mogelijkheden en beperkingen worden bepaald door een vertaalslag te maken van de gevolgen van ziekte (pag 10, bovenaan in het rapport). Alleen de bedrijfsarts mag medische informatie inwinnen en duiden, en dus kan alleen de arts vanuit zijn medische diagnose de daaruit voortspruitende functionele mogelijkheden en beperkingen vaststellen. Hieruit volgt dat alleen de arts (of arbeidskundige) de werkgever de functionele beperkingen kan meedelen (op basis van stap 2).
En verder: de mate van arbeidsongeschiktheid wordt beoordeeld door het vaststellen van functionele mogelijkheden en beperkingen in relatie tot de bedongen arbeid. Uit 1, 2 en 3 volgt dan, dat alleen de arts of de arbeidskundige de mate van arbeidsongeschikt kan vaststellen.
Werkgever feodale uitbuiter?
De opvatting van de AP is juridisch consequent te noemen. De wetgever bepaalt in het burgerlijk wetboek dat de werknemer recht op loon behoudt bij ziekte.
Dat wil zeggen, indien hij beperkingen ervaart als rechtstreeks gevolg van ziekte en daardoor zijn werk niet kan doen. De beperkingen moeten volgens de wet dus het gevolg zijn van ziekte en ziekte kan alleen de (bedrijfs-)arts vaststellen.
Maar hoewel juridisch consequent, vind ik het ook ‘een stap terug in de tijd’. Het eigenregiemodel steunt op een verlicht mensbeeld. Een filosofie waarin de mens zelf verantwoordelijkheid neemt voor zijn daden, zijn toekomst, en dus ook voor de keuze te verzuimen.
Het middeleeuwse mensbeeld van de Autoriteit Persoonsgegevens staat daar haaks op. In dat beeld is de arbeider een ongeletterde die in bescherming moet worden genomen door priester, dokter of rechter.
De werkgever is hier de feodale uitbuiter die gewetenloos de verzwakte arbeidskracht van de zieke werknemer verder uitmergelt. Van consensus en gelijkwaardig overleg met een arbeider kan nimmer sprake zijn. Vrije toestemming of consensus bestaat niet vanwege de onevenwichtigheid in het DNA van hun ongelijkwaardige relatie.
Nekslag eigenregiemodel?
Wat moeten we hier nu mee? Om te beginnen: het standpunt is een werkgever moeilijk uit te leggen. Het betekent eigenlijk dat we weer terug moeten naar de ‘controleur Ziektewet’. Want de werkgever mag zelf niets zinnigs over het verzuim vragen, dat moet de dokter doen.
Als arbodienstverlener kan je beter net doen of je neus bloedt. “Abrona? Nooit van gehoord.” Betekent Abrona de nekslag voor het eigenregiemodel? Misschien.
Tom Poes: verzin een list! Als niet de werknemer en de werkgever, maar de dokter ‘aan zet’ is, dan wil dat niet per sé zeggen dat we ouderwets lange wachtrijen voor zijn spreekkamer moeten orkestreren. Want hoe de dokter zijn werk doet, daar gaat AP niet over.
Een moderne dokter zou zomaar op het idee kunnen komen via internet de werknemer een vragenlijst te sturen. En die ‘arbeider’ blijkt dan minder dom en ongeletterd als door AP gedacht en vult ‘m gewoon met z’n notebook, tablet of smartphone in.
En dan? Dan is de bron van de functionele beperkingen plotseling weer koosjer…. En is het business as usual.